DORDRECHT – Thierry Dinjens doet maandelijks verslag vanuit ProefTuin BuitenZinnig. 

In de ProefTuin van stichting BuitenZinnig heerst rust. Veel kruiden zijn inmiddels afgestorven, de gewassen zijn geoogst en hun moederplanten staan er leeg en verlaten bij. De insecten slapen of rusten als poppen of eitjes in de grond. Hier en daar komt een verwaaide paddenstoel uit de grond en de spinnenwebben nemen langzaam de ProefTuin over. De bessen van de Gelderse roos kleuren nog felrood tussen het kaal wordende struikgewas; de vogels vinden hen niet lekker en zullen hen pas eten als er echt geen ander voedsel meer is.

Een aantal planten verdort echter niet, maar verkleurt juist. Allerlei fraaie kleurslagen tussen geel, rood, goud, bruin en paars beginnen de ProefTuin te sieren. De planten nemen afscheid van hun groene lover, ze nemen afscheid van een zomer vol vlinders en vruchten, ze zeggen vaarwel tegen een vruchtbaar seizoen. Het heeft iets nostalgisch, meewarigs zelfs. Dit is het moment om te beseffen hoe dankbaar we eigenlijk mogen zijn. We hebben dit jaar veel geluk gehad met de groei, bloei en oogst. En ook met elkaars inzet en toewijding. Niet iedereen is gebleven, maar nieuwe krachten doken op en zetten de schouders eronder. Net als in de ProefTuin voltrekt zich ook in ons team een cyclus; we kennen eindelijk de voortgang waar we op gehoopt hadden.

In de ProefTuin staat een doornloze braam langzaam rood te kleuren. De plant heeft ons honderden zoete zwarte bramen geschonken en we hebben onze handen vol gehad aan het maken van jam, chutney en bramensap. De braam heeft alles gegeven en mag nu rusten. Haar verval is gracieus en op een vreemde welhaast droevige manier toch een lust voor het oog. We nemen afscheid en toch ook niet. In de lente zal zij weer uitbotten. Dan beginnen we opnieuw. Met onze gewassen en ook: met elkaar.