DORDRECHT – Iedere laatste vrijdag van de maand lichtten Bram en Ria van Broekhoven één of twee historische foto’s of ansichtkaarten van Dordrecht uit hun collectie en vertellen er hun verhaal bij. Deze maand over volgebouwde en open polders. (Beeld en tekst: www.dordtsekaart.nl)

Na de Sint Elizabethsvloed in 1421 stond het water tot aan de Spuipoort. Onze stad was in die tijd voorzien van een verdedigingsmuur, zodat de inwoners gelukkig droge voeten konden houden. Veel dorpen rondom Dordrecht waren volledig in de golven verdwenen. Enkele torenspitsen kwamen nog boven water. Vanaf die tijd veranderde onze omgeving volledig. Vanaf Geertruidenberg klotste het zilte nat verder over ons hele eiland heen.

Op den duur kwamen er stukken weer wat droog te liggen, waarna al snel de behoefte ontstond om met dijken het door eb en vloed telkens maar opstuwende water te bedwingen. De polder Oud-Dubbeldam was de eerste grote polder die in 1603 is teruggewonnen. Dit gebied werd omringd door de Noordendijk, de Groenendijk, de Krommedijk, de Oudendijk en de Brouwersdijk.

Geschiedschrijvers van de stad Dordrecht zoals J.L. van Dalen laten ons weten, dat ‘wie begin 1800 de poort uitging om een wandeling te maken zich dadelijk in de vrije natuur bevond. Schaars bebouwd, maar zooveel te rijker aan weiden, tuinen en lommerrijke wegen, was de omtrek der Merwestad in den waren zin gezellig te noemen, zoo voor stadgenoot als vreemdeling’. Hiervan kunnen we ons nu nog steeds goed een voorstelling maken aan de hand van bijgaande ansichtkaarten van ‘Dordrecht Krommendijk’ en ‘aan de Spuiweg’ rond 1900, dus van 100 jaar later!, uitgegeven door A.G. Versteeg. De Spuiweg die wij hier zien is de tegenwoordige Krispijnseweg.

Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we hiervan op ons eiland nog steeds iets terug kunnen zien. De open polders van Dordrecht zijn ook nu nog een genot om in te wandelen. Al is er van de oorspronkelijke ruimte na opnieuw 100 jaar nog maar weinig over. De wijken Oud- en Nieuw-Krispijn, Crabbehof, Sterrenburg, Oudelandshoek, Stadspolders en de Vogelbuurt hebben het dorp Dubbeldam in de afgelopen eeuw samengevoegd tot een bijna volledig aaneengesloten woon- en werkgebied.

De grootste politieke partij van Dordrecht, Beter voor Dordt, speelt al jaren met de gedachte om de nog resterende open polders van Dordrecht tot monument te verklaren. Hiermee wordt een poging gedaan om de bouw van woningen nog meer te af te remmen dan nu mogelijk is. Afgelopen dinsdag hebben ze een initiatiefvoorstel ingediend om projectontwikkelaars te beletten hun snode plannen alsnog uit te laten voeren.

Dit voorstel is in onze ogen zeker sympathiek te noemen. Al moeten we niet dezelfde ogen sluiten voor een logische ontwikkeling. Waar bouwen wij de woningen voor onze kinderen en kleinkinderen dan wel?

De oude stadsmuur was ooit eeuwenlang de grens voor de oude binnenstad. Het zorgde ervoor dat bewoners weliswaar veilig, maar noodgedwongen opgesloten zaten in hun pittoreske, maar véél te bekrompen woningen. Zal de Zuidendijk nu deze rol van de stadsmuur gaan overnemen in de komende eeuwen? Of heeft Beter voor Dordt ook een oplossing voor dit probleem?