DORDRECHT – Hans Janssen is directeur van de regionale ambulancedienst. Hij schrijft iedere maand voor Dordt Centraal een column over zaken die hem raken binnen en buiten de zorg. 

De laatste maanden is onze minister van Volksgezondheid druk om de handen op elkaar te krijgen voor het zogeheten Integrale Zorg Akkoord. Dit nieuwe beleid heeft veel en grote gevolgen voor ons allemaal. Toch valt me op dat als ik er iemand naar vraag, vaak de schouders worden opgehaald of men het gewoon niet weet. Maar ik heb een voorstel: ik zet hieronder de grootste wijzigingen op een rij en stel dan nogmaals de vraag.

Verschillende zorgverleners moeten verplicht meer gaan samenwerken. De huisarts krijgt een nog centralere spilfunctie. Overbehandeling moet worden voorkomen: passende zorg en kwaliteit van leven zijn leidend. Toegang tot acute zorg wordt regionaal geregisseerd door een zorgcoördinatiecentrum. Complexe behandelingen die niet zo vaak voorkomen mogen alleen nog maar in enkele gespecialiseerde ziekenhuizen plaatsvinden; ziekenhuizen mogen dus niet meer alles doen. Ziekenhuizen moeten aantonen dat ze ruime ervaring hebben om bepaalde ingrepen te mogen uitvoeren.

Er wordt ingezet op digitale mogelijkheden: passende zorg vindt digitaal plaats als het kan en fysiek als het moet. Voor hulpbehoevende ouderen geldt dat zij zo veel mogelijk zelfstandig thuis moeten blijven, met meer digitale ondersteuning. Medische gegevensuitwisseling wordt makkelijker gemaakt: het elektronisch patiëntendossier wordt weer uit de mottenballen gehaald. Zonder prijsafspraken kunnen medische kosten niet meer allemaal worden gedeclareerd.

Tot zover een aantal ‘highlights’. De eerste effecten van dit akkoord zijn al zichtbaar. Twee van de vier kinderhartchirurgiecentra zullen moeten sluiten. En een van de grootste verworvenheden van het Nederlandse zorgsysteem, de vrije artsenkeuze, zal ook in het gedrang komen. Als een zorgverzekeraar geen contract heeft gesloten over prijzen en behandeling, moeten patiënten zelf meer betalen. Concentratie van zorg betekent ook dat we verder moeten reizen naar de juiste zorgverlener of ziekenhuis. En tenslotte de medisch specialisten: velen van hen hebben zich verenigd in een medisch specialistisch bedrijf dat gevestigd is in het ziekenhuis. Zij zullen zich wellicht weinig aantrekken van deze afspraken.

Dat wordt voor de patiënt oppassen geblazen en zowel bij de zorgverzekeraar als de arts vooraf goed navragen of een behandeling wordt vergoed. Ik vrees dat verzekeraars nog meer gaan bepalen welke patiënt waar naartoe ‘mag’. Naar mijn idee wordt de gezondheidszorg van dit alles niet toegankelijker, maar vooral nog calculerender.

Hans Janssen