DORDRECHT – Ben Corino doet wekelijks verslag vanuit de lokale en regionale politiek. Deze week zag grote problemen opdoemen in de Drechtstedelijke samenwerking.\u00a0<\/strong><\/p>\n Een \u2018drecht\u2019 is een doorwaadbare plaats in de rivier. Men kan er oversteken, afhankelijk van het getij. Het kenmerkt al eeuwen de rivieren rondom het Eiland van Dordrecht. De Sint Elisabethsvloed in 1421 veranderde het landschap. Dordrecht kwam ge\u00efsoleerd te liggen, werd een eiland. Er gingen dorpen en buurtschappen kopje onder en een groot aantal ervan verdween voorgoed. Alles en iedereen was op zichzelf aangewezen. Een situatie van overleven. Het spreekwoordelijk gezegde \u2018Ieder voor zich en God voor ons allen\u2019 was hierop van toepassing. Niemand hielp elkaar, de omstandigheden en voorzieningen waren er in 1421 ook nog niet naar. Niet qua infrastructuur en ook niet in de vorm van samenwerkingsverbanden. Hoe anders is het in 2019 in het Drechtstedelijk samenwerkingsverband. Of toch niet?<\/p>\n Calimero<\/strong><\/p>\n Tot nog geen twee jaar geleden werd het landelijk en zelfs tot in Vlaanderen gezien als voorbeeld van hoe er binnen een regio kan worden samengewerkt. De Dordtse oud-burgemeesters Bandell en Brok waren de bevlogen en verbindende voorzitters van het Drechtstedelijk samenwerkingsverband. Uiteraard schuurde het hier en daar altijd wel een beetje binnen het niet democratisch gekozen orgaan. En was er altijd wel een zekere mate van verongelijktheid wanneer het ging om de verdeling van de kosten en baten. Wie draait er op voor bezuinigingen of hoe gaat het met de lastentoeslagen? Ten opzichte van de stad Dordrecht was en is er altijd wel een verongelijkt Calimero-geluid te horen bij de kleinere gemeenten in de Drechtraad. Maar goed, het samenwerkingsverband hield stand. Het ontwikkelde zich, de voordelen wogen op tegen de nadelen. De doorwaadbare plekken in de scheidende rivieren werden nog steeds gevonden.<\/p>\n\n\t\t