REGIO – Drie jonge talentvolle kunstenaars maken kans op De Scheffer 2022. De kunstprijs bestaat uit een aankoop van een werk door het Dordrechts Museum. Uit 89 inzendingen wijst de jury Afra Eisma, Sam Hersbach en Niek Hendrix aan als genomineerden.
Met de drie genomineerden wordt een tentoonstelling georganiseerd in het Dordrechts Museum. De winnaar wordt op 22 mei 2022 tijdens de opening van de tentoonstelling bekendgemaakt.

De Schefferprijs wordt tweejaarlijks uitgereikt door de Vereniging Dordrechts Museum, de vrienden van het Dordrechts Museum. De jury bestaat uit twee kunstenaars en twee conservatoren: Wilma Sütö (conservator moderne & hedendaagse kunst, Dordrechts Museum), Mirjam Westen (conservator hedendaagse kunst, Museum Arnhem), Paul van der Eerden (beeldend kunstenaar) en Susanna Inglada (beeldend kunstenaar, winnaar De Scheffer 2019). Juryvoorzitter is Neeltje Mooy, van de Vereniging Dordrechts Museum.

Over de Schefferprijs
De prijs is mogelijk gemaakt door het Schefferfonds, opgericht met legaten van de schilder Ary Scheffer (Dordrecht 1795 – Argenteuil 1858) en zijn familie. Het was Scheffers wens via deze prijs jonge kunstenaars en vernieuwing in de schilderkunst te stimuleren. De prijs is eerder toegekend aan onder anderen Susanna Inglada (2019), Raquel van Haver (2017) en Joost Krijnen (2015).

Over de genomineerden
‘Drie uiteenlopende kunstenaars komen naar voren die het avontuur van de schilderkunst in grote variëteit laten zien: met verf op doek, maar ook als verrassende ruimtelijke installatie’, zegt de jury. ‘Hun techniek is even interessant en aantrekkelijk als hun actuele thema’s. Wij zijn benieuwd hoe zij zich verder ontwikkelen, maar bewonderen nu al hun meesterschap en originaliteit.’
Afra Eisma (1993) maakt autobiografische werelden die barsten van energie en kleur. Waar verbinding en generositeit centraal staan. Ze laat persoonlijke verhalen zien, door ambachtelijke technieken op nieuwe manieren in te zetten. Zo ontstaan meeslepende, intieme installaties: schilderachtige werelden van textiel, sculpturen en keramiek. Wanneer we die overdaad aan objecten betreden, begint ons persoonlijke spel. Door de stukjes van deze visuele puzzels aan elkaar te plakken, onthult het verhaal zichzelf.

De jury: ‘Eisma is kleurrijk en suggestief zoals de Cobra-schilders met hun figuren vol expressie, maar prikkelt ook de tastzin dankzij haar materiaalkeuze. Ze geeft een inspirerende blik op actuele thema’s als feminisme, gender en persoonlijke vrijheid.’

Sam Hersbach (1995) toont in zijn schilderijen dwalende wezens, drones en fantasiefiguren. Ze zijn opzoek naar werkelijkheid, maar ook naar lichamelijke extensies of machtsverschillen. Hersbach werkt met verschillende verfsoorten. Thema’s als macht, technologische toepassingen en onkunde vertonen zich via monsterlijke metamorfoses. Schaalverschil komt veel voor in zijn werk. Zo jagen horrorachtige vlinderwezens op vele malen kleinere mensfiguren. Zijn wereld zit vol parallelle werkelijkheden.

‘De verf krijgt veel vrijheid bij Hersbach. Je ziet dat hij niet alleen ideeën uitwerkt, maar ook reageert op de beweging van zijn hand op doek. Het is spannend dat spoor te volgen: uit de verf groeit, door hem gestuurd, een verbeeldingsvol, surreëel verhaal’, aldus de jury.

Niek Hendrix (1985) beschouwt de schilderkunst als een open source. Hij activeert bestaande beelden, al dan niet iconisch, door ze te herhalen en in een andere context te plaatsen. Met deze toe-eigening streeft hij geen exacte kopieën na, maar een transformatie van beelden. Geschilderd met een andere penseelstreek, andere verf, kleuren worden losgelaten en ook de maten verschillen. Hij combineert kunstwerken uit verschillende tijden; voegt eigen werken toe. Door deze onverwachte ‘sterrenbeelden’ wordt de kijker geprikkeld opnieuw te kijken en betekenis te geven aan de kunst.

De jury: ‘Hendrix plaatst zich als schilder ambitieus in een traditie. Hij legt kunsthistorische linken; mixt beelden tot een nieuw geheel. Zijn werk is een conceptueel spel, maar ook esthetisch. De huid van zijn schilderijen is verfijnd; in het oppervlak glanst veel diepte.’