DORDRECHT – Oranje Wit ontvangt deze zaterdag op sportcomplex Stadspolders stadgenoot EBOH in de eerste knock-out ronde van de districtsbeker. Aftrap: 14.30 uur. Oranje Wit beleefde een vreemde generale voor de bekertopper. De ploeg van trainer Faysal Kadi Wahabi wilde in Doorwerth aan de warming-up beginnen voor de wedstrijd tegen Duno, maar de scheidsrechter besloot dat er op een doorweekt veld niet gespeeld kon worden. Oranje Wit, dat vier punten verzamelde uit drie competitiewedstrijden, keerde onverrichter zake terug in Dordrecht, een ritje van 188 kilometer.
“We halen die afgelaste wedstrijd op zaterdag 17 december in”, zegt Oranje Wit-coach Kadi Wahabi. “In eerste instantie moesten we daar op een dinsdag naar toe en daar hebben we bezwaar tegen ingediend bij de KNVB. Voor ons is het ondoenlijk om op een doordeweekse avond zo’n verre uitwedstrijd te spelen. De wedstrijd tegen EBOH is voor ons een goede test. Tegen een ploeg die bovenin de tweede klasse speelt, kun je goed zien waar je zelf staat. Bij EBOH lopen veel oud-Oranje Witters en ook één van de trainers heeft hier een paar jaar gespeeld. Dat maakt het extra leuk. Wij willen die wedstrijd absoluut winnen en zien het zeker niet als een oefenwedstrijd. We vinden het belangrijk ver te komen in de beker. EBOH komt vol zelfvertrouwen naar ons toe na hun goede resultaten van de laatste weken en zullen willen stunten tegen ons. Wij moeten ons daar tegen wapenen.”
EBOH kende een betere voorbereiding. De ploeg van keeper Arie Jan Kouwenhoven won met 3-4 bij het sterke Roda Boys Bommelerwaard. Na vier wedstrijden is EBOH, met de maximale score van twaalf punten, gedeeld koploper met de eerstvolgende competitietegenstander Papendrecht. “Vanaf de beker gaat het goed en in de competitie hebben we er ook vier gewonnen, nu zeven in het totaal. Sommigen vinden de competitie belangrijker, maar ik vind de beker ook belangrijk. Dat twijfelgevallen niet spelen snap je, maar verder denk ik dat wij in de sterkste opstelling spelen. Wij moeten niet voor joker staan. Ik heb er in ieder geval heel veel zin in,” blikt Kouwenhoven vooruit.
