DORDRECHT – Een toen nog volstrekt onbekende 24-jarige Vincent van Gogh heeft in 1877 vier maanden in Dordrecht gewerkt. Hij was in dienst bij boekhandel Blussé & Van Braam aan het Scheffersplein. Hij zat op kamers bij de familie Rijken die een pension runden aan de Tolbrugstraat-Waterzijde. In zijn vrije tijd hield hij zich bezig met Bijbelstudie en bezocht daarvoor de Grote Kerk en de Trinitatiskapel. Zijn grote wens was om predikant te worden.

Van een carrière als kunstenaar was nog geen sprake, hoewel hij heel verdienstelijke schetsen maakte van alledaagse taferelen. In mei 1877 vertrok hij vanuit Dordrecht naar Amsterdam om zich voor te bereiden op de studie theologie. Dit draaide uit op een mislukking. Vincent bleef echter volharden in zijn pogingen om predikant te worden. In 1879 ging hij als lekenpriester werken in een arme mijnstreek in België. Naast het brengen van Gods Woord probeerde hij de mensen te helpen in hun armoedige bestaan. Zijn broer en vriend Theo van Gogh zag de toch al zwaarmoedige Vincent steeds neerslachtiger worden en gaf hem het advies om te stoppen met zijn liefdadigheidswerk. Vincent liet zijn wens om dominee te worden uiteindelijk varen. Lees het hele verhaal van Henk Mesman in de Dordt Centraal van deze week!