ZWIJNDRECHT – Na een lange zomerstop waarin we vooral van Olympische sporten konden genieten begint komende zaterdag de competitie weer voor de regiovoetballers. In de derde klasse J beginnen we met de stadsderby ZBC’97-Pelikaan. Op sportpark Bakestein trappen de buren om half drie af. (Foto: Stolk Fotografie)

ZBC’97-trainer Robert Mohan kijkt met vertrouwen uit naar het begin van de nieuwe voetbaljaargang: “We beginnen gelijk met een topper tegen Pelikaan. Ik heb ze in de voorbereiding laten bekijken en kreeg te horen dat het een sterke ploeg is. Zij zullen ongetwijfeld de ambitie hebben om na de degradatie direct terug te keren naar de tweede klasse. We zitten sowieso in een sterke afdeling met een stuk of zes ploegen die gedegradeerd zijn. Waar ik me wel aan stoor, is dat de KNVB nog geen duidelijkheid heeft gegeven over de degradatieregeling. We zitten nu een week voor de competitiestart en dan zou dat toch wel duidelijk moeten zijn. Wij zijn sterker geworden in vergelijking met vorig seizoen. We hadden al veel scorend vermogen en dat is nu nog beter. Vorig seizoen scoorden we al veel, maar we kregen ook veel te veel goals tegen. Als dat er uitgaat, denk ik dat wij een mooi seizoen gaan doormaken. We sloten de voorbereiding af met drie bekerwedstrijden. We speelden gelijk tegen DFC, wonnen van FC Dordrecht Amateurs en speelden gelijk bij Oranje Wit 2. Daardoor zijn we uitgeschakeld, maar waar het om gaat, is dat we klaar zijn voor de wedstrijd tegen Pelikaan en dat zijn we.”

Pelikaan bekert ook niet door. De ploeg van trainer Joery van der Waal boekte in bekercampagne twee overwinningen en een nederlaag. “Het is jammer dat we niet doorgaan, maar boekten wel progressie in die wedstrijden. Wij hebben natuurlijk ambities, maar we gaan niet van de daken schreeuwen dat we kampioen worden. We hebben wat spelersmutaties en dat zorgt voor nieuw elan. We zijn zaterdag compleet, maar misschien dat er donderdag een paar in de Kuip zitten. Daar moet je nou eenmaal rekening mee houden bij de amateurs. Als ze er zaterdag maar staan.”