DORDRECHT – Ben Corino doet wekelijks verslag vanuit de lokale en regionale politiek. Deze week over de herdenking in het Stadhuis van de bevrijding van Auschwitz-Birkenau, dit jaar tachtig jaar geleden. En over de Joodse Gemeenschap in Dordrecht anno 2025. (Foto’s en video: Stolk Fotografie)

Afgelopen maandagavond vond in de raadszaal van het Dordtse Stadhuis de herdenking plaats van de bevrijding van Auschwitz-Birkenau, tachtig jaar geleden. De herdenking verliep ingetogen en waardig. Initiatiefneemster en vertegenwoordiger van de Dordtse Joodse gemeenschap Bertie Rodrigues opende met de woorden: “Ik had hier niet moeten staan”. Zij is één van de ongeveer zeshonderd geredde Joodse kinderen uit de Joodse crèche in de Plantage Middenlaan, tegenover de Hollandse Schouwburg, in Amsterdam. Zij zag haar ouders nooit meer.

“Onverdraagzaamheid begint met woorden die uiteindelijk kunnen leiden tot uitsluiting van een bevolkingsgroep”, klonken de waarschuwende woorden van waarnemend burgemeester Peter van der Velden. Woorden die 85 jaar geleden niet besteed waren aan zijn voorganger de toenmalige burgemeester van Dordrecht Jacob Bleeker, toen in september 1940 de ambtenaren en politici van de gemeente Dordrecht de Ariërverklaring moesten invullen. Toenmalig wethouder Rebekka de Roode en raadsleden Heroma en Van Es waren niet zonder meer bereid de verklaring te ondertekenen. Burgemeester Bleeker verklaarde dat hij ze dan als Joods zou gaan beschouwen. Maar dat Bleeker niet van harte met de bezetter samenwerkte, bleek in 1943 toen hij werd afgezet door de bezetters, omdat hij niet voldoende meewerkte aan het doorgeven van adressen ten behoeve van de Arbeitseinsatz. Hij moest onderduiken en werd opgevolgd door Johan Gijsbert van Houten, NSB-kringleider van de Zuid-Hollandse Eilanden die de bezetter graag ten dienste was. Deze coöperatieve houding leidde tot de deportatie van 290 Dordtse Joden. Slechts vijf van hen keerden terug. In totaal overleefden, dankzij onderduiking en vluchten, 55 Joodse inwoners de oorlog. Van de levendige Joodse gemeenschap was na de oorlog niet veel meer over. De Nederlandse-Israëlische Gemeente, die een synagoge op de Varkensmarkt had, werd bij gebrek aan leden opgeheven. De synagoge werd in 1965 afgebroken. Maar niet vergeten. Dat bleek toen de gemeenteraad op 1 februari een motie aannam om bij de herontwikkeling van de Grote Markt een duidelijk verbinding met de voormalige Joodse buurt op te nemen. Twee jaar verder concludeert de VSP in vragen in een brief aan het college overigens dat hierover nog steeds geen gesprekken hebben plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de Joodse Gemeenschap Dordrecht.

Meer actualiteiten en lokale/regionale politiek hoor je zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur in Studio De Witt, het wakkere radioprogramma van Ben Corino op Drechtstad FM.