DORDRECHT – De gemeente Dordrecht begint op 1 januari 2026 met een proefproject waarbij mensen die dakloos zijn of dreigen te worden direct een zelfstandige woning krijgen. Deze nieuwe aanpak, Wonen Eerst, verschilt van de huidige werkwijze waarbij mensen eerst in de maatschappelijke opvang terechtkomen. De proef maakt deel uit van een bredere regionale transitie van opvang naar wonen en loopt twee jaar. Jaarlijks worden maximaal vijftig sociale huurwoningen beschikbaar gesteld. ( Stolk Fotografie )

Gericht op gezinnen en jongeren

De selectie van deelnemers gebeurt door de gemeente in samenwerking met woningcorporaties en zorgpartijen; mensen kunnen zich niet zelf aanmelden. De proef richt zich vooral op gezinnen met minderjarige kinderen, jongeren van 18 tot 21 jaar en jongvolwassenen tot 28 jaar die dakloos zijn of dreigen te raken.

‘Structurele oplossing nodig’

Wethouder Wim van der Kruijff benadrukt het belang van de nieuwe aanpak:
“Met deze aanpak willen we dakloosheid terugdringen. De maatschappelijke opvang biedt geen structurele oplossing. Denk aan een moeder met een kind of een jongere die op straat belandt omdat hij niet in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. Niet zelden raakt hun leven in de opvang verder ontregeld. Met Wonen Eerst krijgen dakloze mensen een stabiele woonplek, eventueel met lichte ondersteuning. Dat vermindert ook de druk op de opvang, die nu helemaal verstopt zit.”

Ruime definitie van dakloosheid

Voor de proef hanteert Dordrecht de ETHOS-Light definitie, een Europese standaard die een bredere kijk geeft op dakloosheid. Niet alleen mensen zonder onderdak vallen hieronder, maar ook mensen die bijvoorbeeld tijdelijk in een caravan wonen of bij vrienden op de bank slapen. Het college vraagt de gemeenteraad om deze doelgroep formeel vast te stellen.

Leren van de praktijk

De uitvoering van het experiment wordt nauw gevolgd. De gemeenteraad ontvangt twee keer per jaar een rapportage. In Dordrecht melden zich jaarlijks zo’n 500 mensen bij de maatschappelijke opvang. Komend voorjaar vindt er bovendien een regionale telling plaats om meer inzicht te krijgen in de omvang en kenmerken van de groep daklozen. Het experiment sluit aan bij het Nationaal Actieplan Dakloosheid, waarin is vastgelegd dat Nederland in 2030 niemand meer dakloos wil laten zijn.