Al geruime tijd is er ophef over de naderende ondergang van het Nationaal Onderwijsmuseum. Omdat het Rijk de subsidie na volgend jaar wil beëindigen en Dordrecht niet voor eigen rekening de tent open kan houden, lijkt sluiting onvermijdelijk. Even gloorde er nog hoop, omdat een meerderheid van de Tweede Kamer zich achter een motie schaarde om de subsidiëring toch voort te zetten. De staatssecretaris van ons demissionaire kabinet heeft echter gezegd die motie te negeren en zo komt het einde voor het museum wel erg dichtbij.
Sommige liefhebbers van cultuur en erfgoed hopen wellicht dat een nieuw kabinet straks toch besluit om dat onderwijsmuseum open te houden. Ik liet al eens uit mijn mond vallen dat dat museum mij niet boeit en gerust mag verdwijnen. En hoewel me dat niet in dank wordt afgenomen, doe ik er graag een schepje bovenop. Laten we ook stoppen met subsidiëren van het Hof van Nederland. Die twee musea hebben namelijk een belangrijke overeenkomst: ze zijn saai en trekken (waarschijnlijk door die saaiheid) nauwelijks bezoekers.
Ik ben geen museumhater en warm voorstander van subsidies om kunst en cultuur in stand te houden, maar musea moeten méér doen om publiek te trekken en ook vaker dan eenmalig bezoek. Dat gebeurt in veel musea door wisseltentoonstellingen en daar moeten ze vooral mee doorgaan. Grootste uitdaging is en blijft hoe je ‘de collectie’ of ‘het product’ aanbiedt. Soms heb je de mazzel dat er zoveel prachtige dingen te zien zijn en er internationaal wordt uitgewisseld, zoals in het Dordrechts Museum, dat het publiek wel blijft komen, maar als het niet zo geweldig is, zul je meer moeten doen om volk te trekken.
Het onderwijsmuseum trekt vooral kinderen, die vanuit school verplicht worden om er naar toe te gaan. Komen ze later nog eens terug? Nee, want ze vinden het saai. In het Hof van Nederland is maar één lichtpuntje en dat is dat filmpje, waarin de Eerste Vrije Statenvergadering wordt nagespeeld. Beide musea trekken veel te weinig publiek en dat kan maar twee oorzaken hebben: het aanbod is niet interessant genoeg of het wordt niet aantrekkelijk gemaakt. In beide gevallen zou ik zeggen; sluiten de tent. Het bespaarde subsidiegeld kan mooi naar DOOR of een duo-standbeeld van Kees Buddingh’ en Otto Dicke.
Thijs




