Lente in de bol. Niet alleen de bloembollen krijgen zin om aan de rol te gaan. Alle bolletjes, kopjes en hoofdjes zijn kou en wind en sneeuw helemaal beu. Gisteren is de temperatuur nog niet hoger, maar zonder wind en in de zon lijkt het toch voorjaar te worden. Opeens heb ik zin om schoenen te kopen. Thuis is mij uitgelegd dat ik zonder halfhoge, rode, suède schoenen niet meer de stad in kan. Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens. Eindelijk heb ik de juiste schoenenzaak gevonden, de juiste schoenenplank en het juiste model. Jammer, het is mijn maat niet. Ik ben helemaal alleen, geen verkoopster te bekennen. Ze zijn er wel, maar in de kinderhoek. Volgens mij is het schoolreisje dit jaar naar de schoenenzaak. Teveel kinderen op een te kleine oppervlakte laat altijd enige stressgevoelens ontstaan bij de aanwezige volwassenen. De kinderen hebben daar geen last van. Die gaan alleen nog maar harder rennen en gillen en duwen en drenzen. Moeders weten dat. Die kunnen dat meestal heel goed negeren. Vaders vluchten het liefst de deur uit. De verkoopsters zijn zelf nog geen moeder en krijgen een rode nek en een warm voorhoofd. Wanneer na een kwartiertje de grootste schreeuwlelijken als poezelige knuffelbeesten de schoenwinkel verlaten, ben ik aan de beurt. Gelukkig, mijn maat is er wel. Met behulp van de juiste schoenlepel kan ik in de schoenen. Ze knellen en beetje, maar dat loop ik wel uit, zegt de verkoopster. Ik geloof alles en reken af. Thuis zie ik dat er bij de rode schoenen niet alleen rode veters zitten, maar ook nog paarse. Laat het voorjaar maar komen.

Ik ben nog steeds uithuizig. Ik wil uit. De boodschappenbriefjes kunnen voor mij niet ingewikkeld genoeg zijn. De hele stad ben ik aan het doorsjouwen. Vandaag wil ik naar de Culinaire Markt bij de Nieuwkerk. Ik hoor daar zoveel enthousiaste verhalen over. Een paar keer ben ik er korte tijd geweest, maar vandaag is het weer mooi genoeg om even wat langer te blijven hangen op de Culimarkt. Duur? Nee! Ja, misschien. Eigenlijk moet je hier anders gaan rekenen. Wanneer ik vlees bij de kiloknaller koop en ik gooi dat in de pan dan komt die kilo er veel kleiner uit. Ik wil naast de Nieuwkerk dus geen kilo, maar ietsjes minder. Verder word ik van veel vlees gemakkelijk te zwaar. Ik eet liefst ietsjes minder. Ik koop vandaag een pond. Dat is net zo duur als die knalkilo. Plofkip zie je ook niet op de Culimarkt. Wel kip die naar kip smaakt. Groenten, aardappelen, worst en kaas. Je kan zien waar een en ander vandaan komt. Vriendelijke klanten mogen altijd proeven. Op het biologische rijtje van de vrijdagmarkt op het Statenplein verkopen ze ook lekker spul, maar op de Culimarkt is meer keuze. En, heel veel lekkere happen en hapjes die al klaargemaakt zijn. Wat ga jij doen met Pasen?