“Stuurman aan wal”

Al eerder kwalificeerde ik Dordrecht als de meest sportonvriendelijke gemeente van Nederland en tot mijn spijt zagen we daarvan afgelopen week weer een nieuw bewijs. Dubbeldam, Movado en TTVD ervaren al jaren wat een drama het is om als sportclub in deze stad te functioneren, inmiddels weten ze bij DFC, RCD en The Hawks ook precies wat ze aan de gemeente Dordrecht hebben. Andere clubs, waarvan ik u kan verklappen dat er al veel wakker geschrokken waren, beginnen nu ook nattigheid te voelen.

Als een bruggetje drie-en-half miljoen duurder moet worden, omdat de bouwkosten hoger zijn dan aanvankelijk berekend, knikken de partijen die het in Dordt voor het zeggen hebben (BvD, VVD, CDA en CU/SGP) gedwee. Als vanwege diezelfde stijgende bouwkosten een paar ton extra nodig is voor herhuisvesting van sportclubs, dan is het glashard ‘nee’. Deze week kwam er een akkefietje bij; de gemeente wil DFC, RCD en The Hawks onderbrengen in een nieuw stadion van FC Dordrecht, maar die clubs willen dat zelf niet.

Toen deze drie clubs er lucht van kregen dat in het Stadskantoor het sprookje werd verkondigd dat die clubs juist graag meewerken, is daar de pleuris uitgebroken. Het moet me wel van het hart dat de clubs (eigenlijk alle clubs in Dordt) zo’n bui toch aan hadden kunnen zien komen. In het collegebeleid 2018-2022 van het gemeentebestuur staat zwart op wit dat clubs op één sportpark een koepelvereniging moeten vormen. Clubs die meewerken krijgen daar ook geld voor. Al staat er niet bij hoeveel…En wie niet meewerkt?

DFC, RCD en The Hawks moeten er serieus rekening mee houden dat de gemeente hen op basis van het vastgesteld beleid iets door de strot gaat duwen. Nieuwe raadsverkiezingen zijn nog ver weg, dus de Dordtse sportclubs gaan nog wat beleven. Draagvlak voor het Dordtse sportbeleid – voor zover dat al bekendheid geniet – is er niet. Maar wie maalt er om? Ik in elk geval wel. Sportclubs dragen namelijk veel positiefs bij aan onze samenleving. In woorden wordt dat door politici altijd beaamd, maar het gaat hier om daden.

De vraag borrelt weer eens op of de gemeente er nou is voor de inwoners of dat de inwoners er zijn om een gemeentelijk apparaat in stand te houden. Aan de Spuiboulevard houden ze zich met die vraag liever niet bezig; daar gaan ze vrolijk verder met het bedenken van plannetjes, schijven van notaatjes en vaststellen van beleidslijntjes. De burgertjes mogen op een sprekerspleintje hun zegje doen en ééns in de vier jaar een oordeel vellen. Het is een fijne democratie. Helaas wekt die steeds meer ergernis op.

 

Kronkelaar.

(Archieffoto: Thymen Stolk)