DORDRECHT – ‘Niemand buitenspel in Dordrecht’. Zo heet de vandaag gepresenteerde sportvisie van de gemeente Dordrecht. “Zoveel mogelijk mensen in beweging brengen. Bij een club of commerciële sportaanbieder, of eigen initiatief”, vat sportwethouder Marc Merx samen. Het concrete doel dat in de visie tot 2030 staat omschreven: er voor zorgen dat 80 procent van de Dordtenaren in dat jaar aan de ‘beweegnorm’ voldoet: een half uurtje per dag bewegen en minimaal eens per week intensiever sporten. Dat is nu 67 procent. “We willen in 2030 in de top 10 van sportiefste gemeenten van het land staan.” (Foto’s: Stolk Fotografie)

In de sportvisie 2030 zijn verschillende speerpunten benoemd die moeten gaan bijdragen aan het doel. Zorgen voor een omgeving die uitnodigt om te bewegen, is er één van. Dat geldt voor de sportparken en accommodaties van verenigingen, maar ook voor ‘beweegplekken’ in de wijken. Merx: “We komen met een subsidie die clubs in kunnen zetten om te investeren in hun accommodatie. We gaan alle verenigingen langs om een scan te maken van welk onderhoud er op korte en langere termijn nodig is. We gaan ook snel werk maken van het verduurzamen van accommodaties, onder meer door het aanbrengen van ledverlichting bij gemeentelijke sportvelden.” Dat laatste, en onder meer het plaatsen van zonnepanelen en aansluiting op het warmtenet, brengt ook de energierekening omlaag. Clubs die op dit moment in de problemen zijn door de hoge energiekosten kunnen zich nog steeds melden voor het energiecompensatiefonds van 5 miljoen euro dat de gemeente vorig jaar in allerijl optuigde, benadrukt Merx. “Er komen wel wat aanvragen binnen, maar clubs die in de problemen zijn gekomen door de energierekening kunnen zich nog steeds melden. Als clubs de procedure te ingewikkeld vinden, kunnen ze gewoon even bellen naar Dordt Sport.”

Vitale clubs

Sportparken moeten een meer open karakter krijgen om de drempel naar bewegen te verlagen. “Zodat er meer activiteiten kunnen plaatsvinden en nieuwe samenwerkingen op sportgebied ontstaan. Natuurlijk gaan we wel allerlei manieren bedenken om misbruik en vandalisme te voorkomen”, aldus Merx. “Het is ook goed als clubs hun aanbod adaptief maken en vernieuwen als er vraag naar is.” Van de Dordtenaren die sporten, doet 21 procent dat in verenigingsverband. En dat aandeel loopt de laatste jaren terug. Corona was een aanleiding, maar er was sowieso al een trend gaande dat mensen minder vaak voor een teamsport kiezen. Dat leidt ook vaker tot minder vitale clubs. Bij 11 procent van de Dordtse sportclubs gaat het qua aantal leden, en dus ook financieel, niet goed, aldus de wethouder. “Een vitale club begint bij financiële vitaliteit. Daarnaast zetten we in op professionalisering van clubs. Sportcoaches en sportregisseurs kunnen meedenken en zo vrijwilligers ontlasten.”

Jongeren

De gemeente wil zoveel mogelijk Dordtenaren, oud en jong, rijk of arm, met of zonder beperking, fit of niet, in beweging krijgen of houden. Dat laatste is vooral een probleem bij jongeren vanaf een jaar of 16. Zij haken vaak af. Om aan de eerder genoemde 80 procent te komen, zal er veel aandacht naar deze doelgroep uitgaan. “Ik hoop dat deze visie Dordrecht in beweging krijgt”, zegt Merx. “Want ik geloof er sterk in dat sport niet alleen heel leuk is, maar dat het ook grote positieve maatschappelijke effecten heeft. Sport of bewegen is goed voor de lichamelijke en mentale gezondheid, het geeft meer zelfwaardering en het brengt vooral ook mensen samen.”

De gemeente wil de komende jaren 10 miljoen euro investeren in de sportsector. De gemeenteraad moet nog instemmen met de sportvisie 2030.

Merx presenteerde de sportvisie in de hal van korfbalvereniging DeetosSnel in Crabbehof.