DORDRECHT – Dordtenaar Jan Mostert geniet van zijn werk: het helen van historische panden. “Er is al zoveel verknald. Ik ben heel blij dat ik dit pand kan bewaren voor de toekomst.” Enkele weken geleden begon Jan, die eerder onder andere zijn eigen monumentale pand aan de Prinsenstraat 61 helemaal verbouwde, aan het restaureren van een eeuwenoude dragende balk in de voorgevel van het Rijksmonument Vleeshouwersstraat 10.

“De balk in de voorgevel was voor zo’n 60 procent weggerot. De gevel is helemaal naar voren komen hellen in de loop der eeuwen. Het gaat om een enorm dikke eikenhouten balk van 28 cm breedte en 17,5 cm hoogte die de gevel boven de etalage als het ware draagt. Als er eenmaal vocht tussen zo’n balklaag komt, gaat de rot steeds sneller. De particuliere eigenaar van dit pand wist dat het eraan zat te komen. Gelukkig heeft hij en ook Monumentenzorg vertrouwen in mijn kwaliteit en mag ik het pand restaureren.”
Samen met zijn rechterhand, Simon de Bruijn, heeft Jan eerst gezorgd dat de gevel en het plafond op de eerste verdieping stevig gestut werden. “Hoe rot zo’n balk is zie je pas als je het open gaat maken. Het viel behoorlijk tegen. Maar we hebben alles stevig verankerd met stutpalen, balken, lange draadeinden met volgplaten, moeren en hardhouten klossen om de buitenmuur aan de houten constructie binnen te bevestigen. Er zijn genoeg aannemers die zeggen ‘waar begin je aan’. Het is wel een beetje een kwestie van durven. Niet iedereen heeft dat lef.”

Stap voor stap
Hij klimt weer de ladder op om een nieuw stuk kurkdroog eikenhout tegen het restant van de oorspronkelijke balk te bevestigen. “Nu we de rotte delen hebben weggehaald, kunnen we de balk weer gaan opdikken. Staal is gevoelig voor temperatuurwisseling en blijft uitzetten en krimpen. Daarom hebben we gekozen voor een kurkdroge, kunstmatig gedroogde eikenhouten balk. Als er nog vocht in het hout zou zitten, dan gaat de balk bij uitdroging weer krimpen, ontstaat er een krimpnaad boven de balk en begint het proces van rotten opnieuw.”
“We maken de balk zo’n zeven centimeter dikker dan hij oorspronkelijk was zodat hij stevig genoeg is om de stenen die er bovenop staan en de stuclaag daarover heen te dragen. Volgende week komt de metselaar die het gat boven de balk zal dichtmetselen. Als dat klaar is ga ik de stuclaag verwijderen. Dan zijn er nog een raam- en een deurkozijn, die rotte plekken hebben. Als ook dat is vervangen en er zit een nieuwe stuclaag op de gevel, pas dan zijn we klaar. Ik denk ergens in de zomer.”

Nummer Ten
Linda de Rooij woont sinds 3,5 jaar in het Rijksmonument. Op de begane grond heeft ze een winkeltje ‘Nummer Ten’ waar ze normaliter allerlei mooie spulletjes voor in huis verkoopt, naast Franse zeep uit Marseille. “Ik woonde eerder ook in oude huizen in de Dordtse binnenstad, aan de Wijnstraat en de Grote Kerksbuurt. Ik ben dus wel wat gewend, wat betreft verbouwen. Ik ben niet bang geweest dat de voorgevel naar beneden zou komen. Het moest wel gebeuren dus prima dat ze het nu aanpakken. Ik huur dit pand met veel plezier. Het is een heel mooi pand en ook een hele leuke straat. Ik vind het niet erg dat de winkel tijdelijk niet open kan. Ik hoef er niet van te leven, want ik werk gewoon voor de gemeente Rotterdam. De winkel is echt een hobby. Als de restauratie straks klaar is, dan gaan de deuren weer open op donderdag, vrijdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand.”