Kunnen acht mannen een vliegtuig missen, ondanks dat ze keurig anderhalf uur voor vertrek klaar zitten op de luchthaven? Om u maar gelijk aan het verlossende antwoord te helpen; ja, dat kan. Het hadden er zelfs negen kunnen zijn, ware het niet dat mijn eigen lieve vrouw via een appje vroeg of ik nog even iets voor haar kon scoren in de taxfreeshop op de luchthaven van Preveza. En zo geschiedde. Na de aankoop sloot ik meteen maar aan in de rij, die zich had gevormd bij gate 7.
Of ik nu wéér met vakantie was? Nee, nee, absoluut niet. Zoals u wellicht weet speel ik walking football bij GSC/ODS en omdat we allemaal de regels overtreden (te snel lopen, een duwtje, u kent dat wel) moeten we jaarlijks op een soort strafkamp. Dat gebeurt in het Griekse Parga, waar we op het prachtige kunstgrasveld trainen en spelen en na gedane inspanningen uitrusten op het nabijgelegen strand. Na zes zware dagen gingen we dinsdagochtend naar de luchthaven, waar ik dus als eerste aan boord van ons vliegtuig zat.
De purser, als ik het goed begrepen heb is dat het opperhoofd der stewardessen, keek naar de lege stoelen om mij heen en zei dat ze acht passagiers miste. Ik ook, zei ik vrolijk. “Kent u ze?” In de luchthaven werd omgeroepen dat ze snel naar de gate moesten. Het is hen ontgaan. Ik bellen. “Nee, geen geintje.” In draf gingen ze naar de gate. Maar helaas, de Griekse autoriteiten waren onvermurwbaar. Gate closed. In gedachten zag ik hen nog twee dagen daar zitten, wachtend op het volgende vliegtuig richting Nederland.
De piloot, een uiterst kordate dame, zag mijn bezorgde blik. Ze waren écht op tijd en écht niet beschonken of zo. Ze knikte en liet de luchthaven weten; laat die acht oude mannetjes alsnog door, want zonder hen vertrek ik niet. Met enig schaamrood op de kaken stapten ze dus alsnog in. Zelf werd ik er juist bijna uitgezet. Wegens grensoverschrijdend gedrag. Ik wilde al die dames van Transavia namelijk zoenen. Niet gebeurd dus. Al hadden ze van ons allemaal best een kusje verdiend.