Maandag 24 november herdenken we, in de stadsbibliotheek aan de Groenmarkt, dat de schrijver en dichter Kees Buddingh (1918-1985) veertig jaar geleden overleed. Kees is geboren in Dordrecht en heeft er zijn hele leven, gewoond, gewerkt en lief gehad. Kees hield van de stad en zijn bewoners. De Dordtenaren, op hun beurt, hielden van hem. Die liefde voor de stad bracht hij in zijn werk regelmatig tot uiting. Het gedicht van zijn hand ‘Ode aan Dordrecht’ is hier een goed voorbeeld van. Kees Buddingh genoot ook bekendheid buiten Dordrecht, ja zelfs buiten onze landsgrenzen.  Vele gedichten van hem zijn vertaald in het Duits, Engels, Frans, Hongaars, Litouws, Perzisch en Spaans.

 

Wie was Cees Buddingh

De meeste mensen kennen Buddingh van zijn beroemde surrealistische gedicht ‘De Blauwbilgorgel’ dat hij schreef in 1943.  Door het televisieprogramma Poets, dat van 1969 tot 1972 werd uitgezonden, kreeg Kees  bekendheid bij het grote publiek. De ouderen onder ons kennen vast nog wel die typische, enigszins lijzige, monotone stem waarmee hij de scènes in dit programma met de verborgen camera aan elkaar praatte. Kees was een taalkundige pur sang. Hij studeerde Engels aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag. Buiten het schrijven van  poëzie en proza vertaalde en bewerkte Buddingh diverse toneelstukken van Shakespeare. Wat mij pas ter ore kwam, is dat deze taalkundige duizendpoot vier gedichten van John Lennon van The Beatles heeft vertaald. Gitarist en zanger Wim van Bruxvoort heeft deze gedichten op muziek gezet. De première van de uitvoering is onderdeel van de herdenking van Kees op maandag 24 november.

 

Kees de filosoof

Gedurende de jaren 1942 tot 1949 heeft Kees getobd met de toen veel voorkomende ziekte tuberculose. Kees is meerdere malen opgenomen in het sanatorium Zonnegloren in Soest. De eerste maal dat hij hier verbleef, was Kees 24 jaar en schreef gedurende zijn verblijf daar het reeds genoemde gedicht ‘De Blauwbilgorgel’. Remco Campert, een tijdgenoot en schrijver, heeft eens gezegd: “Wanneer je een avondje wil lachen dan moet je Kees Buddingh uitnodigen.” Kees stond inderdaad bekend om zijn onderkoelde humor, ook al bedoelde hij het niet altijd zo. Om de dichtregel ‘Hoeveel men ook van elkaar houdt op den duur kan men niet zonder kachel’ konden zijn toehoorders onbedaarlijk lachen. Kees vond deze strofe helemaal niet om te lachen. ”Het is gewoon een waarheid als een koe”, aldus Kees. Hij verwonderde 0zich er over dat mensen niet zagen dat humor en ernst zo dicht bij elkaar lagen. Buddingh heeft vele uitspraken over het mysterie van het  leven nagelaten. ‘Kijk om je heen, kijk om je heen, zoals de wereld nu is zie je hem nooit weer.’

In café-restaurant Buddingh, dat gevestigd is in het Dordtse Tomadohuis, prijkt deze uitspraak op één van de muren. In deze uitspraak gaan vergankelijkheid en fascinatie hand in hand. Cees heeft de dood meerdere malen in de ogen gekeken, zeker gedurende zijn opnames in het sanatorium. Cees is daardoor het leven nog meer gaan waarderen, als een buitenkansje om de wereld te mogen aanschouwen, voor de korte tijd dat je bestaat. De goeroe van de Nederlandse literatuur uit die jaren – W.F. Hermans – heeft zich in 1978 op zeer ongenuanceerde wijze uitgelaten over Buddinghs werk. In 1978 publiceerde Buddingh het boek Een mooie tijd om later te worden. Het is een soort dagboek van Buddinghs leven uit de periode 1975 tot 1977. In NRC Handelsblad van 28 september 1978 fileerde Hermans dit boek. Het zou volgens Hermans vol staan met taalfouten. Hermans noemde Buddingh zelfs een ‘niet-creatieve dilettant’ die geen werkelijke liefde voor, of kennis van literatuur heeft. Een ander zou deze over het paard getilde ijdeltuit niet serieus nemen. Temeer daar het meer regel was dan uitzondering dat Hermans kritiek  uitoefende op vakgenoten. Zo vond hij Belcampo naïef en het oeuvre van Nescio achtte hij te klein. Kees Budding was een vriendelijke en gevoelige man die slecht met dit soort kwetsende kritiek kon omgaan. Volgens zijn goede vriend en Roel Leentvaar is hij er maanden depressief van geweest.

 

Ereburger

Op zijn zestigste verjaardag werd Kees benoemd tot ereburger van onze Merwestad. Op 24 november 1985 overleed Buddingh op 67-jarige leeftijd. Stientje, zijn levensgezellin, overleed in 2017 op 93-jarige leeftijd. In vele gedichten en bundels speelt Stientje een hoofdrol. Stientje was het fundament onder het leven van Kees, zo sprak de voorzitter van het Dordtse Buddingh Genootschap Hans Berrevoets op haar uitvaart.

 

Verbeelding

Na al Buddinghs’ wapenfeiten op een rij gezet te hebben, kunnen we maar tot één conclusie komen. Deze door en door schapenkop moet een standbeeld krijgen. De hamvraag bij dit soort aangelegenheden is meestal: ie gaat het betalen? Misschien een collecte onder de Dordtse burgerij, zoals ooit is gedaan voor het beeld van de gebroeders De Witt op de Visbrug. Maar mogelijk maakt de gemeente onder leiding van onze nieuwe kunstminnende burgemeester Nanning Mol eens een ruim gebaar. Nu we toch standbeelden aan het uitdelen zijn: er zijn nog twee andere Dordtse kunstenaars die dat verdienen. Wat dacht u van Top Naeff en Otto Dicke?