Hulp in de huishouding. In onze vergrijzende samenleving hebben we dat steeds meer nodig. Helaas is ook hierbij meer vraag dan aanbod en zitten oude mensen soms héél lang te wachten op hulp en als die dan eindelijk komt is dat voor een paar uurtjes. Voor moederlief en haar leeftijdgenoten is het een gespreksthema kan ik verzekeren en lach nou niet, want op een dag zit u zelf verlegen om hulp en moppert u wellicht ook dat de ramen vaker gelapt zouden moeten worden en de stofzuiger óók in de hoekjes van de kamer moet komen.

Wie hulp nodig heeft kan sinds enkele jaren een beroep doen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Voor 19 euro per maand krijgt u dan een werkster. Op 2 februari 2022 schreef ik op deze plek dat daar geen donder van deugt. Het Rijk geeft de gemeenten namelijk niet het geld dat nodig is om de veel hogere kosten voor héél veel werksters te dekken. Niet zo gek dus, dat talloze gemeenten al jaren in financiële nood zitten. In de nieuwe kabinetsplannen las ik dat er iets verandert. En voor de verandering word ik er vrolijk van.

Hoewel de regering angstvallig het ‘b-werkwoord’ vermijdt gaan ze honderd miljoen euro bezuinigen op de WMO. De bijdrage voor hulp in de huishouding wordt namelijk weer inkomensafhankelijk. Wie zelf geen werkster kan betalen krijgt er eentje voor maximaal 19 euro per maand. Wie dat wél zelf kan betalen krijgt niks. Voordeel is dat er veel geld vrij komt dat voor zinnige dingen gebruikt kan worden. Zo gaat er bijvoorbeeld extra geld naar de jeugdzorg en ook dat maakt me wat vrolijker. Al mag het wel wat meer zijn…

Doordat hulp in de huishouding voor ‘rijken’ duurder wordt, komt de goedkope hulp dus veel meer terecht waar die hoort. Prima. Ik voorspel wel de massale terugkeer van de ‘zwarte werkster’ en uiteraard zullen familieleden ook vaker de spons en de stofdoek pakken voor ouderen, die daar zelf moeite mee hebben. Lig ik ook niet van wakker. Waar ik wel van opkijk is dat het kabinet die maatregel pas wil invoeren in 2025. Waarom niet z.s.m.? Je blijft je verbazen. Maar dat is eigenlijk ook wel goed. Anders verlies ik de inspiratie om stukkies te schrijven.

Thijs.