DORDRECHT – De zomerserie Labgeheimen biedt een kijkje achter de schermen in het Regionaal Laboratorium voor Medische Microbiologie (RLM) Dordrecht/Gorinchem.

In het RLM is een urinewegontsteking de meest onderzochte infectie. Bijna iedereen maakt dit ziektebeeld weleens mee, als je pech hebt veel vaker. Opvallend is dat het ongemak in 70 procent van de gevallen wordt veroorzaakt door de bacterie Escherichia coli, meestal afkomstig uit… je eigen darmen.

Ook de plasbuis, het nierbekken en de urineleiders kunnen ontstoken raken, maar in veruit de meeste gevallen gaat het om de blaas. De darmbacterie komt van rondom de anus via de plasbuis de blaas binnen. Bewuste hygiëne kan leed voorkomen: bijvoorbeeld altijd met toiletpapier van voren naar achteren vegen, niet de andere kant op. En als je vermoedt dat je een blaasontsteking hebt, drink dan veel. Dat verdunt de urine, spoelt bacteriën uit de blaas en voorkomt vaak uitbreiding van de infectie.

Ontsteking

Vaak heeft de huisarts met een teststrip in de urine een ontsteking vastgesteld en al een behandeling ingezet. Bij aanhoudende plas- of pijnklachten, of twijfel, wordt onze hulp gevraagd om vast te stellen welke bacterie aan het werk is en wat het beste antibioticum is om te geven. Bij de 30 procent waar Escherichia coli niet de boosdoener is, speelt een scala aan andere bacteriën een rol. Wij moeten in het lab dan ook ‘breed zoeken’.

Wij laten de bacterie uit de urine zich eerst flink vermenigvuldigen in een speciaal schaaltje met een voedingsbodem, in een stoofkast bij lichaamstemperatuur. Het duurt minstens één nacht voordat er genoeg bacteriën zijn om ze te herkennen. Daarna proberen we verschillende antibiotica uit, om te kijken welke het beste werkt. Ook die stap kost tijd.

Dat de uitslag van een microbiologisch onderzoek enkele dagen duurt, wekt soms verbazing. Mensen zijn gewend geraakt aan razendsnelle technieken op alle vlakken. Maar hier bepaalt toch echt de bacterie zelf het tempo waarmee wij hem – en zijn zwakke plek – kunnen identificeren.