DORDRECHT – Ben Corino doet wekelijks voor Dordt Centraal verslag van de politieke actualiteit in Dordrecht en Drechtsteden. Deze week over de vraag of je bestuurders moet verplichten om te wonen in de plaats waar ze besturen.

De periode dat topambtenaren van een gemeente er ook woonachtig moesten zijn, ligt grosso modo achter ons. De vanzelfsprekendheid dat het een goede zaak is dat je in de gemeente woont en de dynamiek kan ervaren van het beleid of de uitvoering van het beleid waar jij als ambtenaar bij betrokken bent. Die tijd is voorbij, ook in Dordrecht en de omliggende gemeenten. Een onderliggend argument is de kwaliteit die ambtenaren van verre ook kunnen inbrengen. Met nadruk op ‘ook’ en ‘kunnen’.

Rotjeknor

Burgemeesters worden geacht te wonen in de gemeente waar zij burgervader of -moeder van zijn. Uitzondering op de regel zijn dan weer de inval- of interim-burgemeesters die op de stad of het dorp passen in afwachting van de door de Kroon benoemde burgemeester. Alhoewel, soms heeft een burgemeester een pied-à-terre in zijn gemeente. Een tweede woonhuis in een andere stad en doorgaans een stuk kleiner dan het grotere woonhuis in de gemeente waar hij of zij vandaan komt. Maar dan wel als de primaire woning. Een voorbeeld uit onze regio was de voormalige burgemeester van Zwijndrecht, Dominic Schrijer. Hij woonde in Rotterdam, waar hij wethouder was. Toen hij burgemeester van Zwijndrecht werd, betrok hij er een appartementje. Maar hij hield zijn woning in Rotterdam aan. En toen hij besloot om zijn ambt voor gezien te houden, vertrok hij weer naar zijn woning in Rotjeknor.

Steenworp afstand

De woonplicht geldt ook voor wethouders, zo lezen we in de wet. Wonen en werken in de gemeente waar je bestuurder bent. Kom je van elders, dan kan de gemeenteraad je uitstel van een jaar verlenen of je zelf toestemming geven dat je je niet aan de woonplicht hoeft te houden. In onze stad kreeg wethouder Tanja de Jonge, uit Barendrecht, een jaartje uitstel. Maar zij heeft ondertussen een pied-à-terre in Dordrecht betrokken en is nu dus formeel een Dordtse ingezetene. De Zwijndrechtse wethouder Jacqueline van Dongen woont net als in het verleden wethouder Aaike Kamsteeg, met toestemming van de gemeenteraad van Zwijndrecht, in Dordrecht. Je zou zeggen op een steenworp afstand, dat hoeft geen bezwaar te zijn toch? Technisch gezien niet, zeker niet wanneer je zichtbaar en toegankelijk aanwezig bent voor de inwoners. Ze je kunnen zien en aanspreken.

Den Bommel

Dit ligt een beetje anders wanneer je 50 kilometer van je werkplek gaat wonen. Zoals de kersverse Papendrechtse wethouder Jan-Dirk van der Borg. Hij woonde toen hij solliciteerde in Apeldoorn, 117 kilometer van Papendrecht. Zou naar Papendrecht verhuizen, maar deelde de afgelopen week doodleuk mee dat hij in Den Bommel op Goeree-Overflakkee is gaan wonen. Daar kon hij een bij hem passende woning betrekken. Dagelijks heen en weer reizen op kosten van de gemeente. Of hij nog een verhuisvergoeding van Papendrecht gekregen heeft? Niet bekend.

Discussie waard

Hoppende beroepswethouders zien we tegenwoordig wel vaker. ‘Kwaliteit’, wordt er dan door de politieke partij geroepen, ‘moet je soms van ver halen en aan je binden door woonplichtvrijstelling te bieden’. Tja, een discussie waard, misschien wel een debat in de gemeenteraad en de Tweede Kamer. En neem dan ook de vraag mee of je gemeenteraadsleden van buiten mag aantrekken en vrijstelling van woonplicht kan geven. Technische betrokkenheid is toch iets anders dan zichtbaar toegankelijk zijn in de woonplaats waar je bestuurder bent.