DORDRECHT – Bij het herstel van de kademuren langs de Gelderse Kade en het Maartensgat zijn de resten gevonden van de Sint Pontiaanstoren uit 1429. Ook zijn er resten van de Middeleeuwse stadsmuur en de steunberen voor de boogjes met daarop een weergang of gaanderij/galerij met een leien dak te zien. (Foto’s en Video: Thymen Stolk). Over de Pontiaanstoren wisten archeologen tot voor kort weinig meer dan de naam en enkele afbeeldingen uit de periode 1545-1647. Door de werkzaamheden is er nieuwe informatie gekomen.

Nu kan in kaart gebracht worden wat de omvang en de vorm van de toren was, de dikte van de torenmuren, de stadsmuur, gebruikte baksteenformaten, de breedte en de diepte van de bogen, bestrating en bevloering en nog meer. De Sint Pontiaanstoren werd ook wel Toren van de Trappen genoemd en had waarschijnlijk een trap waarmee de weergang op de stadsmuur bereikt kon worden. De toren zal tegelijk met de stadsmuur zijn gebouwd. In een thesaurierrekening uit 1429 wordt onder andere gesproken over de aanleg onder de titel: ‘Van den toern after ‘t Kerchof’. Er wordt ook melding gemaakt van de betaling van geld voor de elzen heipalen van de fundering en elzenhouten stabbomen (afsluitbomen).

Aan de rivier

Het stuk stadsmuur tussen de Engelenburg (1429) en de Oude Vuilpoort (vóór 1386) werd oorspronkelijk het Papenbolwerk genoemd. Onderdeel van de muur waren de Sint Pontiaanstoren met een trap naar de weergang/galerij ter hoogte van de toren van de Grote Kerk en de ‘hangende’ Ezelstoren (1429) ter hoogte van de hoek Grotekerksplein-Houttuinen. Buiten de stadsmuur stroomde destijds de rivier die wij nu de Oude Maas noemen. De stad werd hier eerst tegen het water beschermd door een wal en een houten palissade maar na het beleg van 1418 en de Sint Elisabethsvloed van 1421 werd een steviger constructie in de vorm van een bakstenen stadsmuur met torens gebouwd.

Bewaking
De toren ontleent zijn naam waarschijnlijk aan het wantsnijders-, Sint Pontiaans- of lakenkopersgilde dat zeker in de 15e eeuw in Dordrecht die naam droeg en een eigen altaar had in de Grote Kerk. Mogelijk speelde dit gilde een rol in de bewaking van de stad vanuit de toren. Pas met de aanleg van het Maartensgat en de Lange (en Korte) Gelderskade in 1647 wordt de stadsmuur bovengronds afgebroken en omgevormd tot kademuur.

Het herstel van de Lange Geldersekademuur wordt archeologisch begeleid omdat hier de ondergrondse resten van de middeleeuwse stadsmuur plaats moeten maken voor de nieuwe kademuur. Alle archeologie wordt gedocumenteerd. Meer informatie over de archeologische vondsten zijn te vinden op de Facebookpagina van Dordrecht Ondergronds.