Uiteraard wil (ook) ik beginnen om u een fijn en gezond 2024 toe te wensen, maar ik realiseer me dat voor menig medemens het nieuwe jaar al in de allereerste uurtjes niet zo fijn en gezond begonnen is. De viering van Oud en Nieuw kent allerlei tradities en ook deze jaarwisseling was daarop geen uitzondering; oliebollen, bubbeltjeswijn, vuurwerk en geweld, het was er allemaal weer. Tradities zijn doorgaans dingen die we als volk koesteren; een traditie is iets waar je maar moeilijk afscheid van neemt. Toch?
Geweld past helaas in dat rijtje, al is het geen oeroude traditie. Het is iets van de laatste jaren. Ik weet niet hoe u de jaarwisseling het liefste viert, maar ik heb nog nooit één seconde overwogen om medewerkers van hulpdiensten aan te vallen. Misschien ben ik te oud of te dom om het te begrijpen, maar ik snap niet wat mensen bezielt om brandweerlieden te bekogelen met vuurwerk. Agressief bejegenen van medewerkers van de ambulancedienst schat ik nog idioter in. En Oom Agent, die collega-hulpverleners te hulp schiet, verdient respect.
In plaats van respect krijgen met name politiemensen te maken met gemaskerde figuren die gewapend met vuurwerk de confrontatie aangaan. Deze traditie van geweld riep de al even traditionele klaagzang van bestuurders en politici op. Allen spraken hun afschuw uit over de misdragingen van tuig dat verantwoordelijk is voor tientallen gewonde hulpverleners. Wat mij mateloos irriteert is dat talloze van die klagers al jarenlang tégen een vuurwerkverbod zijn, omdat ze zo hechten aan traditie.
In de VS worden vuurwapens verkocht. Daar vinden regelmatig schietpartijen plaats waarbij willekeurige, onschuldige slachtoffers vallen. Het is een politieke keuze om mensen in staat te stellen wapens te kopen. Zo is het ook met vuurwerk. Zolang je de verkoop toestaat, accepteer je de gevolgen. Er gingen op 1 januari stemmen op voor (alweer) een nieuwe aanpak van geweld tegen hulpverleners. Ik zou beginnen met het afschaffen van de traditie dat iedereen, dus ook criminelen en idioten, vuurwerk kan kopen.
Thijs Blom
