Als de bankrekening het toelaat en de vliegtickets in de aanbieding zijn ga ik graag op familiebezoek bij zus en zwager. Die wonen op Curaçao, dus u snapt allicht dat we dit nou niet bepaald beschouwen als een verplicht nummer. In de kwart eeuw dat ze daar wonen hebben vrouwlief en ik het eiland natuurlijk een beetje leren kennen als een tropisch paradijsje met trekjes van een bananenrepubliek, waar brede armoede hand in hand gaat met super de luxe vakantieoorden.

Dit keer kwamen we midden in verkiezingstijd aan. Het kon ons onmogelijk ontgaan; geen lantaarnpaal zonder vlag van een politieke partij en tal van billboards waarop de lijsttrekkers het volk om hun stem vroegen. Er was overigens maar één partij die flink campagne voerde, de MFK. Met luidruchtige en uitbundige feesten. Een soort verlengd carnaval. Wellicht iets waar we in kil Nederland van moeten leren, want de partij won afgelopen vrijdag glansrijk de verkiezingen.

Met 13 van de 21 zetels in het parlement heeft de partij, die de afgelopen vier jaar ook in de regering zat, zelfs geen coalitiepartner meer nodig. Een uniek resultaat, maar de criticasters staken meteen het waarschuwende vingertje op. Te veel macht bij één partij opent de weg naar corruptie, vriendjespolitiek en wanbeleid. Een zelfbenoemd kenner van de lokale politiek merkte droogjes op dat er dan niet veel verandert.

Of dat cynisme misplaatst is zal de toekomst uitwijzen. Uitdagingen heeft die MFK volop. Driekwart van de bevolking leeft onder de armoedegrens en jeugdzorg is beperkt tot een handvol plekken voor kinderen in doodsnood, om maar twee voorbeelden te noemen. Terug in Dordt lees ik inmiddels weer waar wij ons druk om maken. Als ik dat afzet tegen de problemen waarmee die tropische democratie te kampen heeft komt mijn relativeringsvermogen weer op peil.