Dordrecht is behalve een mooie, oude stad aan het water óók een hele leuke stad. Dat wist u natuurlijk al, dacht ik. Maar er schijnen verrassend veel mensen te zijn die het niet weten en dan krijg je hele rare toestanden. Dordrecht is zó leuk dat Sinterklaas anderhalf jaar geleden besloot om met zijn stoomboot hier naar toe te komen. En Dordt is zó leuk dat Meneer Wim-Lex z’n eerste verjaardag als koning hier komt vieren. Dordt is gewoon the place to be.

Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Dat dacht ik dus. En ik bleef maar denken dat u en al die anderen dat ook wisten. Tot ik las over één of ander convenant. Als ik het woord hoor, krijg ik al jeuk en uitslag, maar toen ik las wat er in stond moest m’n vrouw snel een teiltje halen. De ondertekenaars van deze overeenkomst hebben samen besloten dat Dordt de leukste stad van ons land moet worden. Dat kan helemaal niet, want dat is het al.

Vroeger, toen Dordt nog niet zo leuk was, waren het burgemeesters die goed bedoelde rare dingen riepen. Zo hadden we wijlen Meneer Jan, die vond dat Dordt meer kapsones moest hebben. Z’n opvolger, Meneer Ronald, vond dat je nooit de beste moet willen zijn, maar de op-één-na-beste, omdat je anders zo dikdoenerig overkomt. Meneer Arno, onze huidige burgervader, laat het doen van dat soort uitlatingen over aan z’n eerste luitenant, Meneer Piet.

En dus was het deze wethouder die het convenant mocht tekenen en nog even een kredietje gaat ritselen bij de politiek om de horecamedewerkers in deze stad een cursus gastvrijheid te geven. Hopelijk zijn de raadsleden niet zo getikt om daaraan belastinggeld te besteden, maar als de baas iets wil… In de volgende vergadering vragen diezelfde ja-knikkers zich vervolgens af waarom het spaarpotje van de stad langzaam leeg raakt.

Dordt is dus hartstikke leuk, maar dat ontslaat de stad en de inwoners niet om er altijd naar te blijven streven dat het nòg leuker wordt. Als al die brave ondertekenaars van dat stuk die malle boodschap zó bedoelen, dan vind ik het best. Met het aanpakken van verpauperende winkelpanden in hartje binnenstad wordt het bijvoorbeeld een stuk leuker. Maar dat is zo concreet, daar práát je alleen maar over. Daar stel je geen convenanten voor op. Oh, waar is m’n teiltje nou?
Kronkelaar