Ik weet het niet. Mijn tante, en die kan het weten, moppert nog steeds over de grote oude Dordtse villa’s die tijdens haar leven gesloopt zijn. In heel de binnenstad wordt geklaagd over de vervallen pandjes die her en der dreigen om te vallen. Dordtse winkelpuien staan als kleine schilderijtjes op een prachtige poster. Oude glorie die dreigt te vergaan. Ik kijk niet alleen graag naar de buitenkant van Dordt. Naar binnen wil ik. Je weet nooit wat je tegen komt. Wie weet vind ik het huis, waarvan ik niet weet dat ik het zoek. Opletten moet je wel doen. Dan moet eerst de eigenaar en dan de makelaar en dan de notaris en dan de rechter gaan nadenken en gaan schrijven en gaan praten en dan mag ik een beslissing gaan nemen. Daar doe ik niet meer aan mee. Ze zoeken het maar lekker zelf uit.
Als kind kijk ik naar mijn vader. Mijn vader gaat zijn huis bouwen. Hij pakt een schop, haalt het gras weg, legt stenen op het kale zand en gaat de muren metselen. Dat huis staat er nu nog. Tussen de rivieren en zeker in Dordrecht werkt het bouwen anders. Ik hoop echt dat al die nieuwe heipalen onder die oude Dordtse fundamenten blijven staan, maar volgens mij wordt daar ook geen garantie op gegeven. Wel schilderachtig, die zwevende geveltjes, maar je wordt er een beetje zweverig van, beetje misselijk in je buik.
Afgelopen week loop ik in zo’n oud Dordts pand. Een echt monument. De bewoner laat mij alles zien. Terwijl ik een kamer binnen ga, blijft hij voor de drempel staan. De kamer kijkt uit op de haven, maar wordt weinig gebruikt. Buiten zie ik aan de muur een paar stripjes vast gespijkerd over een scheur in het voegwerk. Ik kijk nog eens binnen. Ik kijk nog eens een keer goed binnen. Rondom de ramen, de deuren, het plafond, de drempels, de plinten. Ik ga die kamer uit en loop naar buiten. De bewoner kijkt mij aan. Het zal wel niet vandaag gebeuren, maar die achtergevel dondert binnenkort de haven in. Degene die in die kamer zit, mag blij zijn wanneer hij niet mee het water in gaat. Er zijn van die bordjes die de gemeente op een gevel mag timmeren. Onbewoonbaar verklaard. Verboden toegang. Alleen betreden op eigen risico. Zoek er maar eentje uit. Ondertussen weet ik het allemaal. De kademuur zakt een beetje weg. Het huisje bovenop de oude kade, zakt een beetje mee. Een prachtig pand. Honderden jaren levensbeleving vastgelegd in bakstenen, glas in lood en pleisterwerk. Enkele tientallen jaren geleden is het aangepast aan de tijd. Heel vreemd, bij die verbouwing hebben ze volgens mij niet gekeken naar het oorspronkelijke gebouw. Je kan zelfs de trap niet oplopen zonder je kop te stoten. Maar wat moet je dan doen met dat ouwe spul? Plat stoten? Nieuwbouw of opknappen? Ik weet het niet. Wie weet het wel?