Hoe dichter bij Dordt… Het is een oeroud gezegde en het kleeft als een wrat op het aangezicht van de stad. Zelfs in de meest onbetekenende uithoeken van het land weet de doorsnee inwoner moeiteloos het vervolg op te dreunen. De stad dankt het weinig vleiende gezegde aan hetzelfde water, waarmee nu zoveel gedaan wordt en nog veel meer zal gaan gebeuren. Het drierivierenpunt is bijvoorbeeld al lang iets om te koesteren als fraai uitzicht vanaf één van de mooiste plekjes van Dordt.

In ver vervlogen tijden voeren schippers niet graag naar de plaats waar al die rivieren samen komen. Door de wisselende stromingen verplaatsten zandbanken zich en liep menig scheepje aan de grond. Hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt. Hoeveel mensen zouden eigenlijk die ware herkomst en betekenis van dat gezegde kennen? Erg weinig, denk ik. En tot afgelopen maandag dacht ik dat Dordrecht nooit meer verlost zal worden van dat rot-imago.

Wie op Koningsdag de afscheidsspeech van Meneer Wim-Lex op het Statenplein gehoord heeft, weet dat er nu een nieuwe variant is. Heel even dacht ik, dat de majesteit z’n verjaardagfeestje nieuwe stijl niet zo geweldig had gevonden en het er nog even in wilde wrijven. Maakt u de zin maar af, sprak hij. Hoe dichter bij Dordt… Maar zonder pauze vulde hij zelf aan: hoe mooier. Voor het publiek restte slechts de laatste twee, bekende woorden.

De koning als wratverwijderaar. Wie had dat kunnen denken? Eigenlijk is hiermee op 27 april 2015 niet alleen een Koningsdag nieuwe stijl, maar ook een Dordrecht nieuwe stijl geboren. Als de vorst des vaderlands uitspreekt dat hij trots is op deze stad, wat moet deze stad dan nog met zichzelf? In elk geval uitbouwen wat de afgelopen jaren is opgebouwd. De kosten gaan voor de baat, heb ik altijd geleerd. Dan moet de tijd van terug verdienen nu toch aangebroken zijn?

Ik zet er bewust een vraagteken achter, want zoals het eeuwen kan duren om een rot-imago door een oud gezegde kwijt te raken, vergt het ook een lange adem om bekend te worden als een mooie stad. Nu daar al zo’n 25 jaar in geïnvesteerd is, lijkt dat te lukken. Koningsgezind ben ik niet, het feestje heeft de stad immens veel geld en ambtelijke uren gekost, maar als met deze laatste investering de stad definitief van dat hatelijke gezegde verlost is, was het ‘t allemaal waard.
Kronkelaar