“Stuurman aan wal”

Wat mooi is wil je laten zien. Wat lelijk is verberg je liever. Precies met deze twee zinnetjes begon ik elf jaar geleden op deze plek mijn betoog om die prachtige Nieuwstraat zéven dagen per week te laten zien in plaats van vijf dagen. Afgelopen vrijdagochtend ontdekte ik dat er in elf jaar bar weinig veranderd is. Een tikkie plagerig adviseerde ik de gemeente destijds om die markt te laten opzouten. Niet alleen omdat die de ontwikkeling tot volwaardig stadsplein tegenhoudt.
Wat me ook mateloos stoorde was de opstelling van marktkramen op het plein. Die hoort aan alle kanten open te zijn. Dat creëert wisselwerking tussen kramen en winkels en geeft van alle kanten mooie doorkijkjes. Uitgerekend aan de Nieuwstraat keek je echter aan tegen een lange rij gore schaamlappen. Elf jaar later keek ik afgelopen vrijdag aan tegen de achterkant van een enorme nieuwe viswagen en nog wat andere konten van de markt. Op de hoek van het plein stond de hele dag een wagen van een marktkoopman geparkeerd.
De winkeliers in het straatje klagen al méér dan elf jaar over die tweedaagse ‘buitensluiting’. Het zijn stuk voor stuk kleine ondernemers die hard moeten werken voor hun boterhammetje. Waar zij vergeefs al jarenlang om aandacht vragen voor de opstelling van die markt, krijgen zij ongevraagd al die tijd wel de volle aandacht van de afdeling Toezicht. Ook vrijdag meldden zich weer stoere stadswachten, die een winkelier maanden direct haar auto te verwijderen.
De dame in kwestie wees het duo op het feit dat ze tot elf uur mag laden en lossen en dat was precies wat ze aan het doen was. De mannetjes in uniform discussieerden er nog tien minuten op los alvorens tot de conclusie te komen dat dat rare mens nog gelijk had ook. Van de schrik vergaten ze helemaal om de foutief geparkeerde marktwagen van een prent te voorzien. Moet daar geen bonnetje op, vroeg ik quasi onverschillig. “Nee, dat is een koelkast”, luidde het antwoord.
Inmiddels overweeg ik ernstig om ook een koelkast op wielen te kopen. Dat heeft zo z’n voordelen. Van het hele gedoe kreeg ik in elk geval geen warm gevoel. Een stad die met de mond belijdt dat het een fijn vestigingsklimaat voor ondernemers nastreeft mag gerust rode lopers uitleggen voor lui die hier twee dagen nering doen, maar zou ook goed moeten luisteren naar z’n eigen ondernemers. Al is het maar één keer in de elf jaar.

Kronkelaar