Het zijn hele drukke weken voor mij. Ik klaag niet, want zo vaak zijn er niet verkiezingen. Lokaal eens in de vier jaar en daarom mocht ik van mijn werkgever samen met lokale omroepen in zuidelijk Zuid-Holland liefst 21 debatavonden organiseren. De lokale omroep van mijn eigen stad, RTV Dordrecht, vroeg me weer om vier uitzendingen met lijsttrekkers te leiden. Dat mag je als lokale journalist niet weigeren, vind ik. En dus heb ik er inmiddels drie achter mij liggen. Met Rijnmond deden ‘we’ ook Dordrecht aan en omdat de beoogde co-presentator van RTV Dordrecht ziek was, stond ik daar plots als vrijwilliger van RTV Dordrecht naast een collega van Rijnmond. Maar of ik het allemaal leuk vond…
Ik zal het maar eerlijk zeggen; ik vond er weinig aan. De tijd van verhitte verkiezingsdebatten, waarbij lijsttrekkers elkaar op basis van een ideologie op het scherpst van de snede bestrijden, lijkt voorbij. Het viel me op dat in alle gemeenten waar ik kwam iedereen tam en braaf was. Ik voelde me nog net niet de burgemeester bij een zeer saaie raadsvergadering. Bijna niemand die het woord néémt of direct reageert op een andere lijsttrekker. Jantje zegt iets en je moet Mientje vrágen of ze wil reageren. Is het debat dood? Gebeurt er alleen nog wat als er idiote of ontoelaatbare kreten geslaakt worden? Ik hoop toch van niet.
In gesprekken met collega’s komt steevast de vraag terug of het echt één pot nat geworden is. Bestudering van lokale verkiezingsprogramma’s (ik heb er meer dan 200 gelezen) leert mij dat er inderdaad wel héél veel ‘consensus’ is. Wie zich al te ver uit het midden van het politieke spectrum waagt, kan stemmen winnen, maar ook verliezen. Angst regeert kennelijk. Bij de debatten in Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht en Hendrik-Ido-Ambacht gebeurde hoegenaamd niets. De dolende kiezer wordt er amper wijzer van. Terwijl er best verschillen zijn tussen de partijen. Die moeten worden uitvergroot, maar niet alleen door de media…
Vanavond mag ik nog een laatste keer opdraven om Dordtse lijsttrekkers te bewegen écht in debat te gaan. Op dat punt heb ik al last van faalangst. De helft van de zestien partijen is overbodig (u mag zelf bepalen welke), omdat ze amper nieuwe of afwijkende ideeën hebben. Verkiezingen zijn het feest van de democratie, maar ik ga de slingers niet ophangen. Feest en slingers passen ook niet in mijn hoofd, want mijn gedachten dwalen steeds tweeduizend kilometer af. Heeft u dat nou ook? Ik heb mijn geweten al twee keer afgekocht met een donatie op 555. Nu maar weer opladen voor een debatje.

Thijs