“Stuurman aan wal”
Het gaat goed met Meneer Frits. Ik had ‘m al jaren niet gezien, zie ik ‘m ineens op een terras op Kanaris Square in het Griekse Parga. “Nog altijd zure stukkies aan het schrijven over het grootkapitaal?”, vroeg hij met de bekende hete aardappel in de mond. “Als ik jou zie, krijg ik daar spontaan weer zin in”, vertrouwde ik hem net zo vriendelijk toe. Hij bood me een Mythos aan. “Van je eigen belastingcentjes natuurlijk”, voegde Frits er net iets te jolig aan toe.
U moet weten dat Frits vroeger bij de ING werkte. Hij was daar best een hoge pief. In 2009 was hij een tikkeltje ontdaan door mijn oproep om het toptuig van de banken op het Scheffersplein op een schavot te hijsen en te stenigen. Frits vond en vindt nog steeds dat een stukjesschrijver met oproepen tot geweld een grens overschrijdt. Toch deed ik het een paar keer. En spijt heb ik er niet van. Het leidde niet tot vervolging, wat voor mijn onbeschreven strafblad prima was, maar als columnist funest voor mijn salarisverhoging.
Meneer Frits is voor mij zo’n beetje de verpersoonlijking van de graaicultuur in onze wereld. “Het nieuwe vrouwtje is lekker, maar duur en die chagrijnige ex kost me een vermogen. Dat kreng kost me zelfs m’n halve pensioen”, vertrouwde Frits me na een paar biertjes toe. “Dan ga je toch gewoon in een Fiatje rijden”, beval ik hem spottend aan. “Ze zien me al aankomen”, zei hij. Met ‘ze’ bedoelde hij de andere bewoners van z’n villawijkje, vrienden van de golfclub en z’n nieuwe collega’s.
Ja ja, nieuw, want Frits is overgestapt naar de ABN/AMRO. Een tijdje geleden al. “Betere perspectieven”, lichtte hij toe. “Nou, toch een tonnetje salarisverhoging misgelopen”, katte ik. Onverstoorbaar antwoordde hij: “Straks gaan we naar de beurs en heeft het Rijk niks meer over ons te zeggen. Dan komt dat tonnetje wel. Misschien wel twéé.” Als voorschot bestelde hij nog een rondje. Voor mij was het voorlopig weer het laatste biertje met Frits. Ze smaken niet zo.
Misschien moet ik het Frits niet kwalijk nemen. “Het is het systeem”, legde hij me nog uit. “Los van wat gesputter over die Balkenende-norm is er echt niets veranderd in de wereld. En jij snapt de wereld niet. Kwaliteit wordt beloond of gaat naar de concurrent. Er zijn geen grenzen.” Wat ik wèl snap, is dat die jongens van de banken onze staatskas miljarden euro’s hebben gekost en er zelf niks van geleerd hebben. Graaiers zijn een soort onkruid; gewoon onuitroeibaar. Van Frits hebben u en ik nog zo’n 200 biertjes tegoed. Maar die worden nooit meer afgelost, vrees ik.
Kronkelaar.