“Stuurman aan wal”

Groot alarm vorige week bij het Rotterdamse Maasstadziekenhuis. Een man uit Congo meldde zich, omdat hij last had van koorts, braken en diarree. Dat kon wijzen op ebola, een uiterst besmettelijke infectieziekte die dodelijk kan zijn. Het leek wel een kopie van wat er vijf jaar geleden in ‘ons’ Albert Schweitzerziekenhuis gebeurde. Daar meldde zich bij de Huisartsenpost een man uit Sierra Leone met dezelfde symptomen. Beide ziekenhuizen – het Dordtse toen als eerste in ons land – schakelden al snel het ebola-protocol in.

Wat mij vorige week opviel, was de onthutsend zwakke communicatie van het Rotterdamse ziekenhuis. Dan heb ik nog niet eens over berichtgeving richting media, maar vooral richting patiënten die te horen kregen dat ze het ziekenhuis absoluut niet mochten verlaten. Waarom? Het werd ze niet verteld. Op zich lijkt het een kleine moeite om hier een standaardboodschap te geven: “Er is iemand binnen gekomen met een mogelijk zeer besmettelijk ziekte. Uit voorzorg willen wij dat u allemaal even hier blijft, tot wij duidelijkheid hebben over de toestand van deze patiënt.”

Het gebeurde dus niet. Ik ben er niet bij geweest, maar ik denk dat de roep om informatie met het verstrijken der uren heviger werd. Zeker toen één van de ‘gevangenen’ via social media vernam dat het mogelijk om ebola ging. Niet informeren van mensen vind ik ronduit slecht. Je wakkert er ongerustheid mee aan, temeer omdat mensen ook bevattelijk worden voor halve waarheden en indianenverhalen. Wat dat betreft deed ‘ons’ ziekenhuis het destijds beter. Er werd vrij vlot geïnformeerd, zowel in de wachtkamer als buiten het ziekenhuis.

Toch ging er toen ook daar iets mis… Patiënten en medewerkers van het ziekenhuis zagen op televisie dat er mogelijk iemand met ebola was binnen gekomen. Idealiter hadden al die mensen intern geïnformeerd moeten zijn. Maar een betrokken medewerker vroeg terecht aan mij: hoe doe je dat snel? Na enig nadenken ben ik tot de slotsom gekomen dat een Whatsapp-groep, met daarin alle personeelsleden, soelaas kan bieden. Het biedt garantie voor snelle, eenduidige informatie, die de medewerkers op hun beurt aan alle patiënten kunnen doorgeven.

Wat me bij alle overpeinzingen ook duidelijk is geworden, is dat je het eigenlijk nooit goed kunt doen. Mensen willen steeds sneller informatie. Zeker als er iets ernstigs aan de hand is willen we antwoorden op tal van vragen. De ouderwetse houding van “we zeggen pas iets als we weten hoe het zit” kan echt niet meer. Toch valt er niet aan te ontkomen dat in een crisissituatie een beroep moet worden gedaan op ons geduld. Vervelend, maar wel de realiteit.

Kronkelaar