Wat mij nu toch is overkomen! Ik kom het Dordtse Stadskantoor binnen en tref daar meteen een hele aardige, bepaald niet onknappe dame met een charmante glimlach en een zwoele stem. Of zij iets voor mij kon betekenen? Nou, ik denk dat menig man aanzienlijk meer moeite moet doen om met een dame van deze uitstraling in gesprek te raken, laat staan een zo ontwapenende vraag te krijgen. Ik overwoog haar meteen ten huwelijk te vragen, maar wist me in te houden.

Terwijl ik al langzaam verdronk in haar reebruine ogen en zoete parfum knikte ze begrijpend en suggereerde volkomen terecht:  “U komt zeker voor de Stadswinkel?” Ik stamelde nog iets van ja en was even van de wereld. Wie is die vrouw? Wat doet zo’n vrouw hier? Haar volle lippen bewogen en in de verte hoorde ik nog iets van uittreksel, rijbewijs of paspoort. “Doe maar iets”, floepte er zo maar bij me uit. “De rest kom ik de komende dagen wel halen.”

Vriendelijk hielp ze me aan een nummertje, leidde me naar een balie en wees me op een scherm dat ik vooral in de gaten moest houden. Of ze verder nog iets voor mij kon betekenen? Nou, ik kon wel wat verzinnen! Ik kreeg het helemaal warm van binnen en probeerde me met een grapje uit de situatie te redden door iets te stamelen over mijn poller, die soms spontaan omhoog gaat staan. “Dan moet u bij een andere gastvrouw zijn”, verzekerde zij mij.

Waarom Dordrecht bij de verkiezing van Meest Gastvrije Stad laatste werd is mij een raadsel. Wellicht omdat minder dan 1 procent van de gemeentes meedeed. Die lijstjes zeggen mij überhaupt niks. Stompzinnige momentopnames, die alleen van pas komen als je wint. En de deelnemers hebben onderling natuurlijk afgesproken dat ze allemaal een keertje één van die wedstrijdjes mogen winnen. En als je verliest, ligt dat natuurlijk nooit aan jezelf.

Het stadsbestuur heeft in elk geval sterk gereageerd, door meteen gastvrouwen aan te stellen in het Stadskantoor. Van die mooie mevrouw hoorde ik al dat er binnenkort ook gastvrouwen komen, die voor toeristen de pollers laten zakken. Graag zie ik ook nog wat gastvrouwen, die in de stad een beetje de weg wijzen naar al die mooie en gastvrije plekken, die de jury van dat wedstrijdje niet kon vinden. Mijn broek zakt er van af. De gastvrouw zal ongetwijfeld zeggen: “Houd u ‘m maar aan, hoor.”