De wederopstanding van ODS heeft vijf jaar geduurd. De roemruchte historie van de Dordtse voetbalclub kreeg zes jaar geleden een onverwachte, nieuwe wending, toen de leden van de fusieclub SC Reeland in meerderheid besloten om de naam van de club te veranderen in SC Emma. De oude rivaliteit tussen Emma en ODS speelde tien jaar na de fusie op en legde de basis voor iets wat niemand voor mogelijk hield.

“Heb je nou je zin?”, riep iemand mij zaterdagavond quasi plagerig toe. Ik kon de opmerking op twee manieren uitleggen. Met het behalen van de promotie naar de derde klasse was die middag een wel zeer waardig einde gemaakt aan het ’tweede leven’ van ODS. Dat de club opnieuw een fusie aan gaat, zou kunnen worden uitgelegd als dat gezegde van die ezel en die steen. Want stel dat er straks weer een halve zool met een zak geld opduikt?

Met geld is alles te koop, tot clubnamen aan toe. Maar clubgevoel is onbetaalbaar. Als er in vijf jaar ODS iets bewezen is, dan is het dat wel. “Je maakt zeker een lange neus naar de overkant?”, informeerde de guitige voorbijganger, refererend aan het feit dat Emma juist degradeerde. Maar dat doe ik niet. Daarvoor heb ik te veel respect voor mensen die met gevoel voor hun club proberen er het beste van te maken. Voor de miljonairs maak ik een uitzondering.

“Hebben jullie nou je zin”, zou ik willen vragen. En eerlijk gezegd nog serieus ook. Hoe zit het nou met die verhalen, waarin de naamswijziging van SC Reeland garant stond voor het werven van grote inkomsten en het inslaan van een onstuitbare opmars naar de toppen van het amateurvoetbal? Zouden de vertellers hun eigen sprookjes geloofd hebben? En waar zijn de miljonairs nu? Hebben ze hun club laten zakken? Dat zal toch niet waar zijn?

Bij GSC/ODS, zoals mijn club na de zomer gaat heten, is geen plaats voor mensen die met geld alles denken te kunnen kopen. Ze zouden zich bij ons niet thuis voelen. Wel koesteren we onze hardwerkende sponsors, die ook in economisch zware tijden hun clubgevoel laten spreken met een financiële bijdrage. Vele kleintjes maken één grote en da’s hard nodig. Want geld is ook voor een sportclub niet zaligmakend, maar wel makkelijk.