“Stuurman aan wal”

Wie snakt naar het Oude Normaal is afgelopen week op z’n wenken bediend. Naast de allesoverheersende coronacrisis mochten we zowaar weer even smullen van relletjes. Kleine dingetjes, die eigenlijk nergens over gaan, maar waar sommigen zich heerlijk druk over kunnen maken. In Dordrecht hadden we de dorpsrel over de verkiezing van een nieuwe Stadsdichter en landelijk zagen we na het gedoe binnen de partij DENK het gerollebol bij 50Plus, waaruit inmiddels de zoveelste splinterpartij geboren is.

Om eerlijk te zijn vind ik deze uitwassen van het Oude Normaal altijd nogal aandoenlijk, maar sinds ons de absurde doctrine van het Nieuwe Normaal is opgelegd grijp ik ze nóg liever aan om er lekker over mee te lullen. Ideaal om de gedachten te verzetten. Sinds er na Mevrouw Marieke géén stadsdichter meer was, voelden we in Dordt gelukkig geen onmetelijke poëtische leegte, omdat de dichters zonder eretitel moedig doorgingen met hun literaire arbeid. Persoonlijk vind ik het werk van Meneer Kees wel mooi.

Jaren geleden vroeg ik hem of hij misschien niet…maar hij vond dat Meneer Peter het maar moest worden. Meneer Peter M, niet te verwarren met Meneer Peter R, die overal verstand van heeft. Enfin, het werd uiteindelijk niemand. Tot ergernis van Mevrouw Kitty, die in de Dordtse gemeenteraad jarenlang pleitte voor de terugkeer van een echte stadsdichter. Je zou kunnen zeggen; heb je nu je zin? Feit is dat we er in Dordt weer eentje hebben. Niet één van de heren die ik net noemde, maar Meneer Juno. Mede dankzij een omstreden procedure en een verdachte jury.

In het Stadskantoor was het op een vrijdagmiddag ooit verzonnen. Je laat liefhebbers voor die eretitel gedichtjes insturen, we benoemen drie culturologen tot jury en Meneer Piet brengt de winnaar een bloemetje. Zo gezegd, zo gedaan. Of Meneer Juno de terechte winnaar is geworden mag hij de komende twee jaar zelf bewijzen. Sommigen vinden dat hij met z’n winnende gedacht een valse start maakte, omdat het nogal riekt naar plagiaat. De eerste zin is vrijwel identiek aan de Ode aan Dordrecht, geschreven door wijlen Meneer Kees met de ‘h achter z’n achternaam.

Je kunt het ook omdraaien. Meneer Juno heeft zich door deze grootheid in de dichtkunst laten inspireren – wat hij zelf trouwens ook zegt – en dat levert misschien nog wel meer oude wijn in nieuwe kruiken op die de moeite waard is. Gelukkig heb ik er de ballen verstand van. Wel zou ik Mevrouw Kitty willen nomineren voor een lintje. Voor vijfduizend eurootjes worden we vanaf de start al aangenaam afgeleid van die 90 miljard euro kostende toestand. Ik zeg; leve de bijzaken, leve het Oude Normaal!

Kronkelaar.