“Stuurman aan wal”

Hoe vaak gebruikt u het woord ‘kankerhomo’? Ik hoop niet al te vaak. Liefst helemaal niet. Maar als ik de rechtbank in Dordrecht moet geloven valt het woord in de categorie ‘alledaags taalgebruik’. Sommige rechters krijgen wel eens het verwijt dat ze vonnissen vellen vanuit een ivoren toren, omdat ze nauwelijks in contact komen met ‘gewone’ mensen en niet snappen hoe het er op straat soms aan toegaat.
De rechters, die uitspraak moesten doen in de zaak van dertien jongeren, die twee homo’s in de val lokten om ze in elkaar te rammen, weten kennelijk wél hoe het er in de grote boze buitenwereld aan toe gaat en welke taal er op straat gebezigd wordt. Bij mij is echter de vraag opgeborreld in welk milieu deze keurige rechters zich doorgaans ophouden om het hierboven gebezigde woord te duiden als alledaagse straattaal.
Dit oordeel was cruciaal in de uitspraak tegen de dertien lafaards. Wie alledaagse scheldwoorden gebruikt maakt zich immers niet schuldig aan homohaat. Wat zouden die mannetjes eigenlijk geroepen moeten hebben om wél tot het oordeel te komen dat er sprake was van homofoob geweld? Je doet je op een homo-datingsite voor als homo en schandknaapje, je lokt homo’s naar de parkeerplaats van een voetbalclub, gaat ze met stenen en stokken te lijf en maakt ze uit voor flikker.
Het jeugdige gezelschap was er naar eigen zeggen slechts op uit geweest om pedofielen te ontmaskeren en een lesje te leren. Waarom werd er dan geen ‘kankerpedo’ geroepen? Of kinderlokker? Tijdens de rechtszaak bezwoeren ze ook écht geen hekel aan homo’s te hebben. Te oordelen naar hun alledaags taalgebruik zou je die indruk toch best kunnen krijgen. De officier van justitie vond dat ook en eiste dat de homo-haters de bak in moeten.
De rechtbank oordeelde dus anders. In een rechtstaat moet je dat gewoon respecteren. Waarom diezelfde officier van justitie al kort na de uitspraak liet weten ‘tevreden’ te zijn met het vonnis is mij echter een raadsel. In onze rechtstaat kan óók een officier beroep aantekenen om een zaak voor te leggen aan het Gerechtshof. Voor de homo-gemeenschap, die door dit vonnis opnieuw in shock is, is dat wel het minste dat je zou kunnen doen.
Of ik ook vind dat die jongetjes de cel in moeten? Dat is een heel andere discussie. Deskundigen achten de kans op herhaling zeer klein, het gros van deze jongens zit keurig op school of heeft een baan en is nooit eerder met justitie in aanraking gekomen. Met taakstraffen en voorwaardelijke celstraffen kan ik dus wel leven. Maar als de schandalige gebeurtenissen van het paasweekend niet als homohaat kunnen worden aangemerkt, wat dan nog wel?

Kronkelaar