DORDRECHT – Henk Mesman schrijft iedere maand voor Dordt Centraal een verhaal over de geschiedenis van onze stad en haar omgeving. Deze maand de Dordtse kunstverzamelaar Hidde Nijland, één van de eersten die de genialiteit van Vincent van Gogh herkenden. (Foto: Regionaal Archief Dordrecht)
Wanneer je door de Prinsenstraat loopt, vind je op huisnummer 38 een prachtig pand, gebouwd in 1757 en opgetrokken in rococostijl. In de loop der eeuwen hebben er diverse mensen gewoond. Eind 19e eeuw, begin 20e eeuw woonde hier Hidde Nijland (1853-1931) met zijn gezin. Hidde was geboren en getogen in Leeuwarden, maar de liefde had hem naar Dordrecht gebracht. Op 28 april 1880 trad hij in het huwelijk met Adriana Volker. Zij was dochter van de gefortuneerde aannemer Dirk Volker. Hidde zette in Dordrecht een fabriek op waar rotan (een soort bamboe) werd bewerkt tot dunne stengels, en daar werden allerlei producten van gemaakt. In 1890 overleed zijn schoonvader, waardoor het echtpaar Nijland een vermogen erfde. Naast de werkzaamheden als directeur van zijn bedrijf was hij een gedreven kunstverzamelaar. Door de omvangrijke erfenis van zijn schoonfamilie was hij in staat zijn kunstcollectie flink uit te breiden. Heel opmerkelijk was dat Nijland, onder andere, een groot aantal tekeningen en schilderstukken van de tot dan toe vrijwel onbekende Vincent van Gogh kocht. Deze kunstenaar was in 1890 tragisch aan zijn einde gekomen door zelfdoding. Hidde Nijland was de eerste kunstverzamelaar in Nederland die begreep dat het impressionisme op zijn eind liep en dat van Gogh iets nieuws had gebracht. Zijn stijl behoorde tot de eerste aanzetten van het latere expressionisme. Al vroeg bracht Nijland het werk van Van Gogh onder de aandacht van het grote publiek, middels een kleine tentoonstelling in 1895 in Leeuwarden. In 1899 stopte Nijland als directeur van de rotanfabriek om zich volledig te wijden aan de kunst, in de breedste zin van het woord. Hij wilde van zijn huis aan de Prinsenstraat een soort kunsttempel maken. Schrijvers, dichters en schilders uit Nederland en België waren welkom op zijn drukbezochte soirees.
Dordrechts Museum
Op 26 november 1842 was de Vereniging Dordrechts Museum opgericht. Het museum werd aanvankelijk ondergebracht in de boterbeurs aan de Wijnstraat. De bovenste verdieping, onder het glazen dak, werd ingericht als expositieruimte vanwege het vele daglicht. Al snel groeide het museum uit zijn jasje. In het krankzinnigengesticht aan de Lindengracht, dat sinds 1898 was gesloten, waren sinds 1902 enkele zalen ingericht als Zuid-Afrikaansch Museum. De gemeente Dordrecht stelde de rest van het gebouw ter beschikking als permanent onderkomen voor het Dordrechts Museum. In 1904 verhuisde het Dordrechts Museum van de Wijnstraat naar de Lindengracht. De naam Lindengracht, die in 1885 was gedempt, veranderde men in een meer toepasselijke naam: Museumstraat. Op 6 juli dat jaar vond de feestelijke opening plaats met een mooie expositie. Nijland, sinds enkele jaren bestuurslid van het museum, stelde hiervoor een groot aantal van zijn tekeningen en schilderstukken tijdelijk ter beschikking.
Van Gogh-tekeningen
De geleende werken van Hidde Nijland bestonden onder andere uit honderd tekeningen van Vincent van Gogh. Dit was slechts een klein deel van de minstens 1.200 tekeningen die Van Gogh gedurende zijn korte leven had gemaakt. De expositie, ter gelegenheid van de opening van het hernieuwde museum, kan dan ook gerekend worden tot één van de eerste waar Van Gogh zo prominent aanwezig was. Pas een jaar na de tentoonstelling in het Dordrechts Museum organiseerde Jo van Gogh-Bonger in het Amsterdams Stedelijk Museum een grote overzichtstentoonstelling van het werk van haar overleden zwager. Haar man Theo, de broer waar Vincent zo’n intieme briefwisseling mee onderhield, was een jaar na de schilder overleden. Jo had alle kunstwerken van Vincent gerubriceerd. Tevens vertaalde zij de briefwisseling tussen Theo en Vincent in het Engels. Door alle schenkingen, leencontracten en ander bemoeienissen met het museum kreeg Nijland steeds meer invloed als bestuurslid. In 1907 nam hij dan ook de voorzittershamer van Simon van Gijn over tot 1915. Nog tijdens zijn voorzitterschap gingen de honderd geleende Van Goghtekeningen in 1911 weer terug naar de privéverzameling van Nijland. Eén tekening werd door hem aan het museum geschonken: ‘De Brabantse boerin’.
Den Haag
In 1916 is Nijland met zijn gezin verhuisd naar Den Haag. Er zouden spanningen zijn tussen hem en het Gemeentebestuur waar hij korte tijd als raadslid heeft gefunctioneerd. Bij wijze van afscheid schonk hij zijn geliefde museum een aantal werken van kunstenaars als Jan Willem Sluiter, George Hendrik Breitner en Jan Toorop. Daarnaast gaf hij een aantal werken in bruikleen. Als waardering voor al die jaren van samenwerking met het Dordrechts Museum heeft het museumbestuur Nijland erelid gemaakt. De honderd tekeningen van Vincent van Gogh, die zo nadrukkelijk aanwezig waren op de tentoonstelling van het hernieuwde Dordrechts Museum in 1904, werden in 1928 geveild. Adviseur H.P. Bremmer (1871-1956) van Helene Kröller-Müller zag net als Nijland de grote artistieke waarde in van het werk van Van Gogh. Helene en haar man kochten in 1928 de tekeningen aan. Tegenwoordig is deze kunstschat te bewonderen in het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe.
Reageren? Mail naar h.mesman@upcmail.nl.
Henk Mesman. (Archieffoto: Stolk Fotografie)