DORDRECHT – Een treinbotsing met 40 gewonden speelde zich donderdagavond 12 mei af in Dordrecht, maar gelukkig niet op het echte spoor. De ‘ongevalsplek’ was het Spinel Veiligheidscentrum, trainingsplek van de brandweer op de Dordtse Kil. De partijen die daar oefenden om deze ramp het hoofd te bieden, waren de geneeskundige hulpverleningsinstanties uit de regio: de Ambulancedienst, het Rode Kruis, de GHOR, de meldkamer en het Albert Schweitzer ziekenhuis. Zij deden dit voor het eerst sinds de invoering op 1 januari van dit jaar van het nieuwe systeem ‘Grootschalige Geneeskundige Bijstand’ (GGB). ( Foto’s : Frank van den Elsen ) .
Het gaat bij GGB om situaties waarbij zó veel gewonden zijn gevallen, dat zij niet allemaal direct naar een ziekenhuis kunnen worden vervoerd. Ze worden eerst ter plekke in kaart gebracht en verpleegd, voordat ze in de juiste volgorde (de zwaarst gewonden het eerst) naar het ziekenhuis kunnen worden gebracht.
Er is hierbij nog iets anders nieuw sinds 1 januari: bij zo’n grote ramp gaan de eerste twee ambulances die arriveren, voortaan géén mensen helpen. Zij gaan samen met de politie en brandweer inventariseren of er veilig gewerkt kan worden en welke behoefte er bestaat aan extra hulpverleners en materialen. Ze laten zich dus niet de ramp binnentrekken. De reden daarvoor is: zeker weten dat de zwaarst gewonden het eerst worden geholpen en er later in de hulpverlening geen verrassingen ontstaan. Uiteindelijk leidt dat tot minder doden, minder chaos en beter gebruik van mensen en middelen. Maar het vereist ook koelbloedigheid: de ‘slachtoffers’ en omstanders van de treinramp lieten duidelijk blijken dat ze geen geduld hadden en direct hulp wilden. Daarom is oefenen zo belangrijk.
De grote oefening zal uiteraard nog uitgebreid geëvalueerd zal worden om de leerpunten eruit te halen.