DORDRECHT – In de Stadswinkel aan de Spuiboulevard 300 is tot 1 mei de tentoonstelling `De Makers van Holland’ te zien. De tentoonstelling laat zien hoe het Hollandse landschap dat wij nu kennen – een land van veel weilanden, dijken langs rivieren en veel steden – tussen 900 en 1300 vorm kreeg. Zoals een impressie van een ontgonnen Hollands veenlandschap omstreeks 1100, gezien vanuit de nog woeste hoogveenvlakte. (Illustratie: Nils Raavé). En ook wie de mensen waren, die dit land maakten. Het verhaal wordt geïllustreerd met bijzondere bodemvondsten van soms 1000 jaar oud.  

Speciaal voor deze tentoonstelling zijn reconstructietekeningen van landschappen en portretten van middeleeuwse Hollanders gemaakt. Omstreeks het jaar 900 was het stuk land, dat we nu de provincies Zuid- en Noord-Holland noemen, een uithoek van het toenmalige Duitse rijk. Dat Duitse rijk stelde nog niet zoveel voor en het kustgebied langs de Noordzee nog minder. Er woonden misschien 6000 mensen tussen Monster en Texel, vooral in het duingebied en langs de mondingen van Maas en Rijn. Het land bestond verder vooral uit ontoegankelijke moerassen.

Moeras wordt landbouwgrond

Na 900 kreeg het land vrij snel een andere vorm. Er waren zandverstuivingen waardoor bewoners van de kuststreek van hun akkers en erven werden verdreven. Anderen trokken juist de moerassen in om deze om te zetten in landbouwgrond. Ze deden dat door vele duizenden sloten te graven en zo het moeras te ontwateren.

Pioniers, die uit allerlei streken kwamen, deden het zware graafwerk. De heersers over het gebied, de graven van Holland en hun edelen, gaven sturing aan het enorme project. Zij hadden er voordeel van dat de moerassen werden ontgonnen. Over de opbrengsten aan graan en later vlees, zuivel en wol heften ze belasting. Ook kloosterorden, die veel land in bezit kregen, hadden belang bij hoge opbrengsten van landbouwproducten.

Natuurstenen deel van een venster of ingangspartij in de vorm van een fabeldier (draakje) uit de oudste kerk van het Minderbroederklooster aan de Voorstraat (circa 1246 tot 1300).

Ontstaan van steden

Stijgende welvaart leidde tot de groei van handels- en vissersdorpen, die uitgroeiden tot kleine steden. Bij de dood van graaf Floris V in 1296 was het Hollandse landschap onherkenbaar veranderd: er waren meer dan twintig steden en er woonden 200.000 mensen in het graafschap.

De tentoonstelling in de Stadswinkel vertelt niet alleen dit verhaal, maar laat de bezoeker ook kennismaken met een paar mensen die in die periode in Holland leefden. Hun skeletten zijn opgegraven en onderzocht, waardoor we meer weten over hun herkomst en de manier waarop ze leefden. De gezichten van deze makers van ons landschap zijn levensecht gereconstrueerd.

Gezichtsreconstructie van een circa 40-jarige man die rond 1240 begraven werd bij het Minderbroederklooster in Dordrecht.  (Illustratie: Hew Morrison)

Unieke vondsten

Daarnaast zijn er bijzondere illustraties te zien van typisch Hollandse landschappen uit die periode. Deze landschappen zien er heel herkenbaar uit maar als je dichterbij kijkt zie je dat het al heel lang geleden moet zijn, dat deze tekeningen zijn gemaakt. Een video probeert antwoord te geven op de vraag: was er in die tijd sprake van een Hollandse identiteit? Ten slotte staan er in de Stadswinkel bijzondere archeologische vondsten, afkomstig uit de depots van Zuid- en Noord-Holland, Rotterdam en Dordrecht. Te zien zijn bijvoorbeeld schoenen, landbouwwerktuigen en huisraad van bijna duizend jaar oud.

Laars van rundleer 1175-1200, gevonden in Diemen bij de opgraving van een 12de-eeuwse boerderij.

De tentoonstelling is mogelijk gemaakt door de Provincie Zuid-Holland, met een financiele bijdrage van de provincie Noord-Holland. Het is de bedoeling dat de tentoonstelling na Dordrecht ook op andere plekken in de provincies te zien zal zijn. Tot 1 mei is hij te zien in Dordrecht op maandag, woensdag en vrijdag tussen 9.00 tot 12.00, en op dinsdag en donderdag van 14.00 tot 19.30 uur.

Wasbekken uit 1200, gevonden in Alphen aan den Rijn. In de koperen schaal staan scenes uit een verhaal uit de Oudheid met Latijnse inscripties.