De meeste mensen verwarmen hun woning op koude dagen met behulp van een cv-ketel of een warmtepomp. Heb je een houtkachel? Dan gebruik je deze op de koude dagen waarschijnlijk om jouw woning te verwarmen. Niet gek, want met een houtkachel is het binnen de kortste keren aangenaam warm in huis. Helaas wordt er lang niet altijd op de juiste manier gestookt. Veel mensen zijn zich hier alleen niet bewust van. Daarom bieden wij jou de helpende hand. In deze tekst zetten wij namelijk drie tips voor het stoken met een houtkachel op een rijtje.
1. Stook alleen met droog hout
Als je een houtkachel hebt, moet je een plek hebben om het hout op te slaan. Veel mensen leggen een deel van het hout binnen neer, maar het merendeel wordt vaak buiten opgeslagen. Sla jij jouw hout (grotendeels) buiten op? Zorg er dan voor dat het op een droge plek ligt. Het is namelijk van belang dat je alleen met droog hout stookt. Helaas gooien veel mensen regelmatig een blok nat hout op het vuur. Dit droogt weliswaar snel in de kachel, maar nat hout verbranden is niet goed. Waarom het verbranden van nat hout niet verstandig is? Omdat er hierdoor creosoot aan de binnenkant van jouw schoorsteen kan blijven plakken. Dit stroperige goedje ontbrandt bij temperaturen rond de 500 graden. De kans op een schoorsteenbrand wordt hierdoor een stuk groter. Gooi overigens ook nooit rot hout op het vuur. Rot hout draagt namelijk ook bij aan de hoeveelheid creosoot aan de binnenkant van jouw schoorsteen.
2. Begin klein
Sommige mensen gooien direct grote blokken hout in hun kachel wanneer zij deze aansteken. In dat geval kan het betrekkelijk lang duren voordat het vuur brandt. Maak het vuur daarom liever aan met kleine houtjes. Gebruik bij voorkeur hout met een lengte van ongeveer 25 centimeter. Gooi het hout niet lukraak in de kachel, maar stapel het op volgens de Zwitserse stookmethode. Hierbij leg je het hout kruislings op elkaar, waardoor er een soort toren ontstaat. Leg je hier vervolgens een aantal aanmaakblokjes tussen? Dan vat het hout sneller vlam dan wanneer je het lukraak in de kachel gooit.
3. Zorg voor een schoon rookkanaal
Tot slot moet je zorgen voor een schoon rookkanaal als je stookt met een houtkachel. Het is namelijk van belang dat de rook die vrijkomt op de juiste manier afgevoerd wordt. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het allerminst. Rommel en aanslag in de schoorsteen kan er namelijk voor zorgen dat de rook juist naar binnen trekt. Hier zit je uiteraard niet op te wachten. Laat daarom ieder jaar een schoorsteenveger langskomen om jouw schorsteen te vegen. Doe dit bij voorkeur in de herfst. Jouw schoorsteen is dan brandschoon voor aanvang van het stookseizoen, waardoor je in de winter weer veilig kunt stoken.