DORDRECHT – Henk ’t Jong (1948) verhuisde in 1988 met zijn gezin vanuit Oud Krispijn naar een ruimere woning aan de Dubbeldamseweg in Nieuw Krispijn. De historicus, gespecialiseerd in de middeleeuwen, had al langer het besef dat er beschermingswaardige woningen uit het begin van de vorige eeuw in de wijk stonden. En dat daar niet altijd even zuinig mee was omgesprongen. Het besef dat er actie moet worden ondernomen drong pas echt door tijdens de wandelingen die hij in coronatijd door zijn wijk maakte.

Oud en Nieuw Krispijn waren de eerste wijken die in het begin van de 20e eeuw op voormalig Dubbeldams grondgebied werden gebouwd. Allebei wijken met veel arbeiderswoningen van vaak bescheiden formaat. En dat is ook vaak de onderliggende oorzaak voor wat er mis ging. “Met name vanaf de jaren zeventig gingen de doe-het-zelvers aan het werk in hun woningen”, zegt ’t Jong. “Er verschenen dakkapellen, originele deuren en glas-in-loodramen verdwenen. Boven- en onderwoningen werden bij elkaar getrokken, iets wat we overigens ook zelf deden toen we hier kwamen wonen, of woningen werden juist opgesplitst. Iets wat vanwege de kamerverhuur de laatste decennia veel is gebeurd. In ons stukje straat alleen al vijf panden.”

Nauwelijks aandacht
Er was eigenlijk nauwelijks toezicht op dit ‘veranderingsproces’. En dat terwijl er flink wat woningen en bouwblokken tussen staan die het beschermen waard zijn, stelt ’t Jong. “De Welstands- en Monumentencommissie van de gemeente heeft altijd de nadruk gelegd op de bescherming van het stadsgezicht in de binnenstad en de 19e Eeuwse Schil. Daar staan de monumenten en daar komen de toeristen. Voor Nieuw Krispijn is, ook vanwege beperkte middelen, niet of nauwelijks aandacht geweest. Op één gemeentelijk monument, een blokje van drie woningen in de Alexanderstraat, na hebben de panden ook geen beschermde status. Het is overigens niet mijn bedoeling dat ze allemaal tot monument worden uitgeroepen. En zeker bewoners van kleinere woningen hebben vaak niet de middelen om hun pand in originele staat terug te brengen. Maar misschien zou je dat wel kunnen bereiken door subsidies te verstrekken als mensen hun ‘staldeur’ uit de bouwmarkt vervangen voor een mooie deur of hun dakkapel aanpassen aan de stijl van het pand.”

Bouwhistorie

Het beschermen begint allemaal bij het inventariseren. Wat is er het beschermen waard? En hoe zag het er in originele staat uit? “Vaak zie je in een bouwblok nog één originele woning”, merkte ’t Jong tijdens zijn ‘coronawandelingen’ op. Hij besloot in de archieven te duiken en bij wijze van proef van drie panden of bouwblokken de bouwhistorie te onderzoeken: een rijtje door baas Hoek gebouwde middenstandswoningen uit 1923/24 aan de Mauritsweg, een huis op de hoek van Mauritsweg-Dubbeldamseweg (1908) dat grondig gewijzigd werd en een horecapand aan de Dubbeldamseweg (1905), dat onder meer de naam De Boemel op de gevel heeft gehad. In zijn blog zet Henk ’t Jong het allemaal op een rijtje: een foto van nu, historische foto’s van het pand en de zogenaamde blauwdruk (bouwtekening), die tot zijn verrassing vaak ook in het digitale gemeentearchief terug te vinden bleek te zijn.

Mooie wijk
Op basis van alle archiefstukken, en met name de bouwtekeningen, kon ’t Jong reconstructietekeningen maken van de panden. “Ik kon niet altijd alle details terughalen, zoals de oorspronkelijke kleuren, maar ik kreeg wel een goed beeld van wat er in de loop der tijd met de panden was gebeurd. En toen schrok ik toch wel van hoeveel er is aangetast. Nieuw Krispijn is een mooie wijk, zeker het oudste, oostelijke deel. De architectuur, ook die van de arbeiderswoningen, is een mengsel van Fin de Siècle en Art Nouveau, maar dan op z’n Hollands. De huizen dateren vooral van de periode 1904-1914. Bovendien staan er nog rijtjes nieuwe zakelijkheid in baksteen uit de vroege jaren twintig tussen. Ik wil hier graag meer bewustzijn creëren.” Refererend aan de discussie rond het tijdelijk weghalen van een stuk museumtuinmuur voor het kunstproject ‘kunst, boot, stad’: “Nieuw Krispijn is net zo vakkundig gemetseld (kruisverband) en vormgegeven, met allerlei verfijnd timmerwerk, smeedwerk en glas-in-lood dat net zo beschermd zou moeten worden als het museumhek. Laten we daar eens over nadenken. Ik wil mijn blog verspreiden naar allerlei Dordtse instanties en Dordtenaren om te kijken of er ‘draagvlak’ is voor een betere bescherming van een stuk Dordts erfgoed, waar men tot nu toe nauwelijks naar heeft omgekeken.”

Het blog is te lezen op apudthuredrech.nl.

Fotobijschriften:
Verandering in beeld: Dubbeldamseweg Zuid 49 anno 2021, een foto uit vermoedelijk de jaren ’30 (met ook het woonblok waarin Henk ’t Jong zelf woont), de blauwdruk en de reconstructietekening die ’t Jong op basis daarvan maakte. (Beeld: Henk ’t Jong en Regionaal Archief)