DORDRECHT – De Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde werd 150 jaar geleden opgericht door een clubje landgoedeigenaren en beroepskwekers. Het doel: kennis van hun vakgebied delen en vergroten. Anno nu het onder de naam Groei en Bloei een, hoe toepasselijk, bloeiende vereniging met vele lokale afdelingen. Ook de afdeling Dordrecht e.o. viert een jubileum: deze bestaat 140 jaar.
Niet alleen de naam is veranderd in die 150 jaar, vertelt voorzitter Marijke Hubers van Groei en Bloei, afdeling Dordrecht. “De leden zijn nu vooral tuin- en plantenliefhebbers. En, nog een groot verschil: wat in de beginfase vrijwel puur een mannenclub was, is nu een vereniging met veel vrouwelijke leden. Eigenlijk best opmerkelijk als je bedenkt dat de meeste hoveniers en heel veel bloemenbinders mannen zijn. Waarschijnlijk is het toch zo dat tegenwoordig veel vrouwen zich met de tuin bezighouden.”
Landelijk en lokaal
Wie lid wordt van het landelijke Groei en Bloei ontvangt elf keer per jaar het gelijknamige tijdschrift, wat ook overal in de winkel te koop is. “Daarnaast krijg je van ons maandelijks een nieuwsbrief”, vertelt Marijke. “Naast tips en informatie staan daarin ook de activiteiten vermeld die we lokaal organiseren. Zo maken we ieder jaar een tuinreis, dit jaar was dat naar de kasteeltuinen in Arcen en het Rozendorp Lottum. Verder organiseren we twee of drie keer per jaar een voor onze leden interessante lezing en een keer of zes per jaar workshops op het gebied van tuinen en bloemschikken. En soms maken we uitstapjes, onlangs bijvoorbeeld naar het Vlijpark en binnenkort naar Stadslandbouwkas de Oude Beer. Maar leden kunnen ook aan activiteiten van andere afdelingen meedoen.” De afdeling Dordrecht heeft rond de 145 leden uit Dordrecht, Zwijndrecht en Papendrecht.
Tegels eruit
Waar de focus sinds de jaren zestig van de vorige eeuw bij Groei en Bloei ligt op siertuinen is het denken daarover inmiddels flink veranderd, zegt Marijke. “Heel lang waren tuinliefhebbers gericht op het verzamelen van bijzondere, vaak exotische planten. Tegenwoordig wordt er juist veel meer gekeken naar inheemse soorten, omdat die veel beter zijn voor de biodiversiteit, onder meer dus de bijen. Maar ook andere actuele thema’s als klimaatadaptatie komen aan bod. We hebben ook meegewerkt aan het programma van het Weekend van de Biodiversiteit, afgelopen mei. Hopelijk kunnen we mensen inspireren om hun tuin te vergroenen en aantrekkelijker te maken voor insecten en andere dieren. Dat kan al met heel simpele ingrepen. Haal een paar tegels uit de tuin en zet er bijvoorbeeld wat kruiden in. Je ziet nog veel tuinen die helemaal dichtgestraat worden. Ik zie daar ook een adviserende rol in voor hoveniers. Tegelijkertijd hebben we zeker in coronatijd gezien dat mensen het groen om hen heen, dus ook in de tuin, zijn gaan herwaarderen.”
Sneeuwklokjesboom
Het jubileum van de Dordtse afdeling werd gisteren gevierd met bijeenkomst met leden, (oud-)bestuurders en genodigden bij het clubgebouw van De Volière aan de Adjudant H.P. Kosterstraat 5 op de Staart. Daar organiseert Groei en Bloei regelmatig haar workshops en lezingen. Enkele leden hebben ook meegewerkt aan de beplanting van de tuin voor het gebouw. En een clubje is er iedere woensdagochtend actief met onderhoud. In die tuin werd samen met wethouder Tanja de Jonge een cadeau van de jubilerende vereniging geplant: een sneeuwklokjesboom. “Die bloeit prachtig wit in april”, weet Marijke. “We gaan nu ook een plan maken voor de tuin achter het clubgebouw. Dat is het leuke van tuinieren: je kunt steeds nieuwe dingen bedenken en lekker bezig blijven. Zeker samen is dat heerlijk om te doen.”
Meer weten? Kijk op www.dordrecht.groei.nl of, over de landelijke vereniging, op groei.nl.
Op de foto’s: De tuin van het clubgebouw van De Volière op de Staart.