DORDRECHT – Henk Mesman schrijft regelmatig over de geschiedenis van onze stad en haar omgeving. Dit keer vertelt hij over het markante Stadhuis.

Wanneer u op het Stadhuisplein staat en naar de ingang van het stadhuis kijkt (afbeelding 1), dan is het alsof je de entree ziet van een Romeinse tempel (zie het rood omcirkelde). De brede stenen trappen (3), de vier ionische zuilen (2), bekroond met een groot breed driehoekig ornament dat men fronton (1) noemt, zijn hier karakteristiek voor.

Het enige wat aan deze tempelentree (portico) is toegevoegd zijn de twee schele leeuwen (4) aan weerzijden van de stenen trappen. Het grote machtige Romeinse rijk heeft bij vele volkeren tot de verbeelding gesproken. De zuilen, kapitelen en frontons leenden zich er bij uitstek voor om overheidsgebouwen dezelfde Romeinse onaantastbare uitstraling te geven. Een van de directe opvolgers van de Romeinen, de Frankische Karolingische koningsdynastie, heeft in de 8en 9e eeuw na Christus als eerste getracht de Romeinse cultuur te laten herleven. Deze periode staat bekend als de Karolingische Renaissance. De echte grote doorbraak van de Renaissance, de wedergeboorte van de Romeinse beschaving, vond plaats in Florence, eind 14e eeuw. Dit kwam mede doordat de twee Florentijnen, Brunelleschi en Donatello, de overblijfselen zijn gaan bestuderen van de eens zo bruisende hoofdstad van het Romeinse rijk. Rome had in zijn hoogtijdagen wel één miljoen inwoners. Voor een stad van rond het jaar nul, van de Christelijke jaarteling, zeer bijzonder. Vele bouwmeesters werden geïnspireerd door de archeologische vondsten van de twee pioniers. De Italiaanse Renaissance-architect Andrea Palladio (1508-1580) maakte wel heel bijzondere ontwerpen op basis van Romeinse tempel façades. Hij bouwde op elke zijde van de villa’s die hij ontwierp een tempelingang, zoals ons stadhuis er één heeft aan de voorkant. De gevel van het Dordtse stadhuis was in 1835 aan vervanging toe. Mogelijk wilde het stadsbestuur ‘Romeinse autoriteit’ tentoonspreiden naar de Dordtse burgers. Men koos om deze reden voor vier zuilen met een groot fronton. De Dordtse stadsarchitect G.N. Itz werd verzocht om het werk uit te voeren en de oorspronkelijke gotische gevel te vervangen.

De stadsautoriteiten wilden aan de burgers nadrukkelijk laten zien dat recht en vergelding in deze stad prioriteit hadden. Dit heeft men tot uiting willen brengen met rechtspraak- en machtsymbolen uit de Romeinse cultuur. Bovenaan de trappen van het stadhuis bevinden zich deuren. Boven deze deuren zijn drie in steen gehakte afbeeldingen (cartouches) aangebracht. In het middelste cartouche (afbeelding 2) zie je de weegschalen van Vrouwe Justitia waarmee zij ‘wikt en weegt, misdaad tegen gerechtigheid’. Het zwaard symboliseert het straffen. De buitenste twee cartouches zijn lictorenbundels (afbeelding 3). Lictoren zijn Romeinse ambtelijke rechtsdienaren. Een lictorenbundel bestaat uit een aantal houten stokken die de steel van een bijl omgeven. Het geheel wordt bijeengehouden door een leren riem. De stokken symboliseren ‘de macht om te slaan, straffen eigenlijk’. De bijl symboliseert ‘het recht om te doden’ en de riem ‘het recht om iemand te ketenen en gevangen te zetten’. In het stadhuis werd dan ook rechtgesproken. Op zolder zijn nog steeds gevangenissen te vinden. Kortom; het stadhuis was het centrum van de macht in Dordrecht.