DORDRECHT – Teekengenootschap Pictura bestaat 250 jaar en is nog springlevend. Dit feestjaar leest u wekelijks op deze plek over Picturianen van vroeger en nu en hun sporen in de stad en daarbuiten.

Kijk omhoog!

Hoog, Sammy, kijk omhoog, Sammy…Deze passage uit een lied van Ramses Shaffy kun je zingen om een sombere bui te verdrijven. Maar ook bij een stadswandeling komt het van pas (sorry Ramses, voor deze vrije interpretatie). Door dit lied zie je zoveel meer. Boven een saaie etalage of kantoor waaraan je snel voorbij loopt, kan zomaar een rijk versierde gevel zitten of een bijzonder ornament.

Neem nou de Nieuwstraat ter hoogte van het Statenplein. Op nummer 44 zit een telefoonreparatiewinkel. Niks bijzonders, tot je omhoog kijkt en een gevelsteen ontdekt met het opschrift PICTURA. Dan kijk je met heel andere ogen naar dit pand.

Het werd in 1796 gekocht door de kunstenaars Abraham van Strij, Martinus Schouman en nog drie andere Picturaleden. Enkele vertrekken werden verhuurd aan Pictura voor zestig gulden per jaar. Tot die tijd zwierf Pictura van de ene plek naar de andere. De eerste behuizing was een vertrek boven de Blaauwpoort. Daarna volgden het logement Het Roode Hert bij het stadhuis, een vertrek in de Berckepoort, een bouwvallig huis aan de Groenmarkt, weer Het Roode Hert, het Wapen van Engeland en nog eens Het Roode Hert.

De meer definitieve plek aan de Nieuwstraat leidde een bloeiperiode in. Het aantal leden groeide en de kunstbeschouwingen, waarbij kunst werd bekeken en bediscussieerd, trokken veel belangstelling. Het ging zo goed dat Pictura in 1829 moest verhuizen naar een groter gebouw in het Hof. Daar bleef het tot de aankoop in 1900 van het huidige pand op de Voorstraat.

De Nieuwstraat zag er heel anders uit toen Pictura er zat. Nummer 38 stond oorspronkelijk recht tegenover Pictura. Deze gevel (en bijvoorbeeld ook Nieuwstraat 40) is tijdens de stadssanering in de tweede helft van de twintigste eeuw verplaatst om het Statenplein aan te leggen.