DORDRECHT – Met de officiële opening van Leefwerf De Biesbosch is er een waardevolle aanvulling gekomen op het Binnenvaartmuseum. Samen met de historische schepen in de Zuidelijke Insteekhaven op de Stadswerven wordt een beeld gegeven van onze maritieme geschiedenis en die van de voormalige scheepswerf De Biesbosch op deze locatie. (Foto’s: Stolk Fotografie)
Precies vijf jaar geleden was het vrijdag dat er werd gestart met de uitvoering van het burgerinitiatief uit 2013 van Stichting Leefwerf De Biesbosch. Het was dus een project van de lange adem. Jeannette Baljeu, gedeputeerde Provincie Zuid-Holland, wethouder Burggraaf en voorzitter van de stichting Teun Muller luidden vrijdag de scheepsbel aan boord van de grote Franse motor Marot als signaal dat het toch gelukt was. “Wij zijn trots op onze binnenvaart en op onze maritieme maakindustrie. En dus ook op ons maritieme verleden”, zei Baljeu namens de provincie, die vanuit de Erfgoedlijn een bijdrage leverde aan de realisatie van de Leefwerf. De Marot uit 1953 is één van de historische schepen die in de insteekhaven bekeken kunnen worden. Aan boord is onder meer een indrukwekkende maquette te zien van de hand van modelbouwer Harry Tullemans die een schitterend beeld geeft van hoe het gebied rond scheepswerf De Biesbosch er uitzag in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.
Completer verhaal
Naast de Marot liggen op de Leefwerf de kleine Franse motor Pomerol, voormalige stoompont Het Zwarte Zwaantje, kempenaar La Bohème, stoomgoederenboot Oosterwijk en de spits Avenir. Natuurlijk lagen aan de kade in het Wantij al het Binnenvaartmuseum, aan boord van duwboot René Siegfried, de daaraan gekoppelde LASH-bak (een nooit succesvol geworden vervoersconcept) en Veerdienst 3, die een verbinding over water onderhoudt met het Baggermuseum in Sliedrecht. Voor Jos Hubens was het vrijdag een emotionele dag. Bij ‘zijn’ Binnenvaartmuseum werd vrijdag een nieuw ontvangstponton gedoopt door zijn kleindochter. Het draagt de naam van zijn vorig jaar onverwacht overleden partner Lianne van Laak. Het museum is als partner intensief betrokken bij de Leefwerf, vertelt hij. “We kunnen nu de presentatie van het museum thematisch verdelen over vier schepen. Dat biedt veel extra mogelijkheden.” De schepen die er nu liggen geven samen een mooi van de maritieme geschiedenis, maar Hubens heeft nog wel een verlangenlijstje voor uitbreiding. “Daar kunnen we op termijn plaats voor creëren langs de kade van het Wantij.” Ook op zijn verlangenlijstje: “Een verhuizing van ons Binnenvaartdocumentatiecentrum naar een deel van de Biesboschhal.” Of die wens uitkomt, is nog afwachten. Er loopt nog steeds een (moeizaam) aanbestedingsproject voor de verkoop van de voormalige scheepsmotorenfabriek.
Prettig verblijven
Wat wel zeker is dat het gebied rond de Leefwerf de komende tijd nog verder opgeknapt wordt, met name het groen en de kades. Zo ontstaat er een plek die ook gewoon een prettig verblijfsgebied wordt. Een plek waar recreatie, educatie en historie met elkaar een interessant geheel vormen. Waar het roemrijke maritieme verleden van het gebied weer tot leven komt. Het Binnenvaartmuseum en de schepen met expositie op de Leefwerf zijn gratis te bezoeken op donderdag en zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur. Het terrein van de Leefwerf is dagelijks van 09.00 tot 18.00 uur open voor publiek.
Hoofdfoto: Teun Muller, Jeanette Baljeu en Maarten Burggraaf hebben de scheepsbel geluid. Naast hen Elio Barone (Leefwerf), Jos Hubens (Binnenvaartmuseum) en diens kleindochter Maas.