DORDRECHT – Op initiatief van de gemeenteraad is er vorig jaar extra geld vrijgemaakt voor armoedebestrijding. De minima-effectrapportage laat zien dat dit positief heeft gewerkt. (Foto: stock)

Met name door uitbreiding van het persoonlijk minimabudget (PMB) kunnen huishoudens die dit het hardst nodig hebben in Dordrecht rondkomen. De rapportage toont ook aan dat huishoudens met een minimuminkomen kwetsbaar blijven. Daarom blijft het nodig om inwoners financieel te ondersteunen en te adviseren over geldzaken en (voorkomen van) schulden. Wethouder Peter Heijkoop: “We hebben de afgelopen tijd gewerkt aan een ruimhartig en solide beleid waardoor we structureel verbeteringen zien. Uit de resultaten blijkt dat ons armoedebeleid positief uitpakt. Maar we zijn er nog niet. Veel mensen blijven financieel kwetsbaar. Bovendien is het nieuwe kabinet minder ambitieus in het terugdringen van armoede, dus de lokale inzet blijft voor veel Dordtenaren heel belangrijk.”

Vooruitgang

Het onderzoek laat zien dat alle onderzochte huishoudtypen erop vooruit zijn gegaan. Voor gezinnen met oudere kinderen is de bestedingsruimte het laagst. Mensen met een bijstandsuitkering blijven financieel  kwetsbaar. Na aftrek van alle kosten, houden zij slechts 8 tot 44 euro per maand over van deze landelijk vastgestelde uitkering. Het Persoonlijk Minima Budget (PMB) maakt voor hen het verschil. Gezinnen met kinderen hebben veel baat bij de Dordtpas.

Hulp beschikbaar

Met het programma ‘Samen tegen armoede’ wordt blijvend geïnvesteerd in het bieden van financiële ondersteuning en hulp bij schulden en geldzaken. En het ondersteunen van werkende inwoners met een laag inkomen. Ook het bestrijden en voorkomen van kinderarmoede is een prioriteit voor het Dordtse college. De aanpak en campagne ‘Geldpraatje’ roept inwoners met geldzorgen op om hulp te zoeken. Zij kunnen hiervoor onder andere aankloppen bij de organisaties in de stad die het Geldpraatje-label voeren. Heijkoop: “Belangrijk is dat inwoners alle regelingen gebruiken waarop ze recht hebben. Ook mensen die niet in bijstand zitten, maar wel een laag inkomen hebben. Dat kan maandelijks een groot verschil maken. Deze regelingen vormen een complex systeem. Bij het uitzoeken waar ze recht op hebben, kunnen zij op allerlei plekken in de stad hulp krijgen. Een (geld)praatje maken is de eerste stap op weg naar deze hulp.”

Kritische kanttekening

De MER is uitgevoerd op basis van lokaal en landelijk beleid en de koopkrachtcijfers van het eerste kwartaal van 2024. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat het onderzoek is gebaseerd op drie aannames: mensen kunnen goed met geld omgaan, vragen alle voor hen mogelijke inkomensondersteuning aan en hebben niet of nauwelijks te maken met persoonlijke, onvermijdbare uitgaven. Heijkoop: “Dit gaat zeker niet voor iedereen op. De verbetering is te zien, alleen we moeten ons wel beseffen dat persoonlijke omstandigheden van grote invloed zijn op de maandbegrotingen. Huishoudens zijn dus financieel kwetsbaarder dan het onderzoek laat zien. De gemeente Dordrecht wil dat alle inwoners mee kunnen doen en met name kinderen gelijke kansen krijgen. Daarom moeten we hierin blijven investeren.”