DORDRECHT – Teekengenootschap Pictura bestaat 250 jaar en is nog springlevend. Dit feestjaar leest u wekelijks op deze plek over Picturianen van vroeger en nu en hun sporen in de stad en daarbuiten.

Blauwbilgorgel

‘Ik ben de blauwbilgorgel. Mijn vader was een porgel. Mijn moeder was een porulan. Daar komen vreemde kind’ren van. Raban! Raban! Raban!’

Als je deze regels eenmaal hebt gehoord of een paar keer hardop hebt uitgesproken, nestelen ze zich voorgoed in het hoofd. Dat is de kracht van de gedichten van C. (Kees) Buddingh’. Vandaag is het zijn geboortedag. Een mooi moment om even stil te staan bij deze beroemde Picturiaan. Behalve gedichten maakte hij ook kijkkastjes van afgedankte spulletjes. Zelf sprak hij van ‘gedichten in een kastje’.

Hij werd op 7 augustus 1918 geboren op de Riouwstraat 73. Met zijn gezin woonde hij tot zijn dood in de Bankastraat 60, waar aan de gevel een plaquette met zijn beeltenis hangt. Nog een paar plekken in de stad herinneren aan hem. Het brugwachtershuisje op de Leuvebrug was een tijdje zijn werkhuisje. In 1958 werkte hij er aan de vertalingen van de toneelspelen van Shakespeare. Na zijn dood in 1985 werd het parkeerplein achter de centrale bibliotheek omgedoopt tot Buddingh’plein. In de buurt is op een muur een gedicht van hem afgedrukt: een ode aan zijn eigen stad. ‘Hier, op dit eiland, dat sinds lang geen eiland meer is, drie bruggen, twee tunnels, heb ik alles zich af zien spelen, wat zich op aarde maar afspelen kan. In dit kleine pannekoekplatte driehoekje tussen Willemsdorp, Kop van ‘t Land en Groothoofd.

Zijn poëzie sprak een groot publiek aan. Zijn gedichten zijn toegankelijk en gaan vaak over herkenbare gevoelens en alledaagse dingen. Hij was ook populair omdat hij ondanks de status van gevierde dichter en bekende Nederlander – hij presenteerde ook het tv-programma Poets – ‘gewoon’ bleef. Buddingh’zat vaak op de tribune bij voetbalclub DFC, ging biljarten in het café en was een verwoed schaker. En hij had natuurlijk zijn stem mee: die klonk zo lekker Dordts.

Buddingh’ in 1983. (Foto: Regionaal Archief Dordrecht)