DORDRECHT – Maurits Prosman (23) heeft er heel veel voor over om zijn uiteindelijke doel te bereiken: een internationale carrière in het profboksen. Zes dagen per week is de in Stadspolders wonende sporter, meerdere keren per dag, aan het trainen. Elke dag bekijkt hij beelden van boksers die hij bewondert, voortdurend is hij bezig met voeding en het toewerken naar wedstrijden. “Ik ben geobsedeerd door boksen”, zegt hij. En dat werpt zijn vruchten af. In november werd hij Nederlands Kampioen in de A-Klasse tot 80 kilo. Die profcarrière lonkt. (Foto’s: Stolk Fotografie)

Maurits, geboren in Zwijndrecht en opgegroeid in Stadspolders, begon op zijn zeventiende met boksen bij Dekker Sport in Dordrecht. “Daarvoor heb ik gevoetbald bij Oranje Wit en gezaalvoetbald bij Soccer for Life. Maar ik heb altijd al interesse gehad voor vechtsporten, dus ik ben een keertje met een vriend meegegaan naar boksles.” Floor Dekker bracht hem de eerste bokstechnieken bij. “Het sprak me meteen aan. De spanning, het broederschap. Het is een vechtsport, maar ook een gentleman’s sport.” Na anderhalf jaar, drie wedstrijden (één gewonnen) en een coronacrisis maakt hij de overstap naar een boksschool in Rotterdam. “Daar trainde ik met veel meer jongens die naar wedstrijden aan het toewerken waren. Daar kon ik de volgende stap maken.” Inmiddels heeft hij onder trainers Robin Pot en Zakaria Idrissi bij Kamikaze Warriors in Den Haag zich nog verder ontwikkeld. Maurits pakte al diverse prijzen bij internationale toernooien in Denemarken en Portugal. De voorlopige kers op de taart is dus de nationale amateurtitel in het ‘light heavyweight’.

Suiker

Exclusief reizen is Maurits wekelijks pakweg twintig uur met boksen bezig. Naast de trainingen in Den Haag, doet hij in Amsterdam en Dordrecht wekelijks twee keer krachttraining, twee keer looptraining en traint hij individueel op de bokszak of is hij aan het schaduwboksen. En dan bestudeert hij ook nog uitgebreid de aanpak van profs die hij bewondert: “Hoe zetten zijn hun aanval op? Hoe gaan ze om met verlies? Hoe eten ze?” Dat laatste is voor Maurits extra gecompliceerd vanwege zijn diabetes type 1. “Ik moet mij qua voeding nog beter dan andere boksers voorbereiden op trainingen en wedstrijden. Mijn lichaam geeft eerder zijn grenzen aan. Soms moet ik mijn trainingsschema tijdelijk onderbreken. Dat is wel eens frustrerend. Ook als ik bijvoorbeeld moet afvallen voor een wedstrijd. Ik moet dat zelf allemaal een beetje uitvogelen. Maar dat gaat goed. Zeker in combinatie met topsport is het ingewikkeld, maar iedereen heeft zijn beperkingen. Omgekeerd is veel bewegen juist goed als je suikerziekte hebt.”

Prof

Het komende jaar denkt en hoopt hij de stap naar het profboksen te kunnen zetten. Een verschil tussen amateurs en profs is het aantal rondes dat gebokst wordt: maximaal drie versus minimaal vier. Maar het belangrijkste verschil: “Je hebt sponsors nodig om je wedstrijden te kunnen spelen, om trainers en begeleiders te kunnen betalen, voor je kleding en handschoenen, het reizen, je voeding en supplementen. Ik heb al een paar sponsors en heb er vertrouwen in. De komende jaren ga ik een profrecord opbouwen, nog meer internationale amateurervaring opdoen tegen steeds betere tegenstanders en uiteindelijk mijn beroep van boksen maken.” En dan? “Naar het buitenland”, zegt hij zonder aarzelen. “Spanje, Engeland en het liefst de VS. Daar zitten de tegenstanders én de promotors. Ik wil alles eruit halen, mijn potentie benutten. Er zijn boksers van vijftig, dus ik verwacht nog wel even door te kunnen gaan. Ik stop als ik merk dat het me teveel schaadt. Of als ik een seintje krijg van de mensen om me heen.”

Wil om te winnen

Eén van de mensen van wie het oordeel belangrijk is, is André Panzo. Zijn trainingsmaatje sinds de Dekker Sport-tijd en heel vaak zijn reisgenoot en begeleider bij wedstrijden in binnen- en buitenland. “Wat Maurits bijzonder maakt is zijn sterke wil om te winnen, om verder te komen”, zegt hij. “Als iedereen klaar is met een stevige training gaat Maurits nog even door. Daarnaast is hij technisch heel behendig.” De dag na het interview reizen ze samen af naar Breda voor de Open Zuid-Nederlandse kampioenschappen. Er is nog wat werk aan de winkel: “Ik moet voor het weegmoment morgenochtend nog een kilo afvallen. Dat betekent dus weinig koolhydraten en zout en meer eiwitten. Dat komt goed, ik heb er zin in!” Hoe het uitpakte? Hij was op tijd op gewicht, won van de Belgische kampioen en pakte het goud.

Dit is een verhaal uit Thuis in Stadspolders & Dubbeldam, één van de specials van Dordt Centraal.