DORDRECHT – Steeds meer mensen moeten langdurig rondkomen met zeer weinig inkomen. In 2015 ging het in Nederland om 734.000 huishoudens. Zij hebben grote moeite om de gewone dagelijkse boodschappen te kunnen betalen. Dat is ook de situatie van de 49-jarige Brenda. Ze woont samen met haar 23-jarige zoon op De Staart. De problemen stapelen zich inmiddels op. En ze ziet het om zich heen veel meer: “We gaan kapot met z’n allen.”

Ruim twee jaar geleden overleed haar partner en daar heeft Brenda het nog elke dag moeilijk mee. Ook voor haar thuiswonende zoon is het overlijden van zijn vader niet makkelijk. Het lukt de twee net om hun hoofd boven water te houden, maar als Brenda ziek wordt en in het ziekenhuis belandt gaat het snel. Als ze weer thuis is, zijn de financiële problemen voor haar niet meer te overzien. Ook de invoering van de zogeheten ‘kostendelersnorm’ zorgt voor de nodige problemen. Doordat haar volwassen zoon nog thuis woont, wordt ze gekort op haar uitkering. “Hij zou zijn bijdrage moeten leveren, maar daar is hij niet toe in staat. Hij is het padje zoek en is na de dood van zijn vader dertig kilo afgevallen. We proberen hulp te zoeken, maar we worden niet teruggebeld en vinden nergens gehoor.” Ze is inmiddels behoorlijk wanhopig en benadrukt dat haar verhaal niet op zichzelf staat. Ze krijgt eten via de voedselbank en hoort daar meer van dit soort verhalen. Ook in de wijk komen de verhalen boven. Gelukkig staan vrienden soms klaar om haar te helpen. Zo krijgt ze van een goede vriendin af en toe wat waspoeder. Brenda: “Een vriend betaalt de televisiezenders, zodat ik toch wat heb. En ook mijn telefoon heb ik van een vriendin. Want ik had er een met beltegoed, maar geen geld om dat op te waarderen.” Ook haar pasgeboren kleinkind kan ze niets geven. Haar stem breekt als ze zegt: “Ik kan niet eens een paar sokken voor het kleintje kopen. Dat ik niks voor mezelf kan, vind ik nog niet eens het ergste, maar wél voor mijn kinderen en kleinkinderen.”

Zinkend schip
Dat haar verhaal niet op zichzelf staat weten ze ook bij het Platform tegen Armoede Drechtsteden. Eerder zei Riet Duykers, voorzitter van dit platform, in deze krant over de kostendelersnorm: “Er komen via verschillende instanties signalen binnen dat ouders inderdaad hun kind de deur uit moeten zetten. Een onderzoek van de ombudsman benadrukt dat er meer gekeken moet worden naar individuele zaken. De kostendelersnorm gaat voor veel mensen niet op, waardoor ze vervolgens in de problemen komen.” Voor Brenda is het uit huis zetten van haar zoon echt geen optie. “Ik neem nog liever een hap uit de muur als ik moet eten, dan dat ik hem op straat gooi. Waar eindigt hij als hij op straat moet slapen?” Om haar financiële situatie op orde te brengen ondernam ze stappen. Ze ging vrijwillig een traject in om met een bewindvoerder haar situatie op orde te brengen. Maar daar is het volgens haar allemaal nog veel erger geworden: “Het schip was al aan het zinken, maar met mijn eerste bewindvoerder zonk de Titanic tot op de bodem.” Ze stapte over, maar ook over haar huidige bewindvoerder is ze niet zo te spreken. “Ik neem aan dat ze rekeningen betalen, maar al sla je me dood, ik weet het niet. Ik weet niet of ze de huur betalen, straks sta ik zomaar op straat.” Die zorg heeft ze niet voor niks. Nadat ze uit het ziekenhuis met een huurachterstand zat, trof ze met de woningcorporatie een betalingsregeling. “Dat was echt heel fijn.”  Maar deze is inmiddels door de bewindvoerder stopgezet.

Stabiel budget
Dat bevestigt haar bewindvoerder. “Mijn taak is te zorgen dat haar budget op orde komt. We kunnen geen betalingsregelingen treffen met schuldeisers als het budget niet stabiel is. Ze heeft amper budget om de vaste lasten te betalen. Dan ga je geen schuld aflossen.” Er wordt volgens haar hard gewerkt om het budget op orde te krijgen. Het verwijt van Brenda dat ze post achter zou houden, verwijst ze resoluut naar de prullenbak. “Dat is absoluut niet zo. Er is geen postblokkade.” Volgens haar wordt in één van de eerste gesprekken met de hulpvragen een budgetplan opgesteld. “Daarin staat dat wij instanties die te maken hebben met uitgaven en inkomsten aanschrijven om post via ons te laten lopen. Het gaat dan om stukken van UWV, Belastingdienst of Sociale Dienst. Persoonlijke post hoort daar niet bij.” Overigens benadrukt zij dat ook in het budgetplan staat dat bankafschriften gestuurd worden naar de cliënt. De bewindvoerster heeft altijd prettig contact met Brenda en het verbaast haar dat ze niet met haar zorgen bij haar komt. “Ik ben er echt om haar te helpen en we gaan altijd het gesprek aan als mensen niet tevreden zijn.”

Zelfstandig
“Ik heb geen ervaring met dit soort situaties. Ze zeggen dat ik op internet informatie moet zoeken. Maar door geldgebrek heb ik geen computer en internet meer. Help me dan!” Die oproep doet Brenda aan de vele hulpverleningsinstanties en de thuisbegeleider die ze spreekt. Inmiddels geeft ze de moed al zo langzamerhand op. Een van de grootste problemen is haar thuiswonende volwassen zoon die volgens de regels zou moeten bijdragen. Dat zegt ook de bewindvoerder: “Daardoor wordt ze gekort op haar inkomen en is het budget rondkrijgen moeilijk.”