Babyhuis. Het Babyhuis. Het Babyhuis in Dordrecht. Opvang voor baby en moeder. Zoiets is toch niet nodig in Dordrecht? Voor moeders en baby’s wordt toch altijd goed gezorgd? Of niet soms? De afgelopen maanden heb ik veel gelezen en gezien over Het Babyhuis en ook over Het Vondelingenluik. Vaak zijn het kerels die precies weten wat er wel en wat er niet kan. Ze weten de wet tot in de kleine lettertjes perfect uit te leggen. Mannenpraat. Met die hele stortvloed aan informatie over Het Babyhuis, worden de andere babyberichten in de krant steeds pijnlijker wanneer ik ze lees. Er is nog heel veel pijn, verdriet en onmacht tijdens zwangerschap en bevalling. Ook in mijn geheugen komen de hersencellen in beweging.
Wanneer ik klein ben, worden jochies onder de tien jaar nog niet voor vol aangezien. Wanneer moeders, tantes, oma’s en buurvrouwen met elkaar praten over vroeger hoef ik niet direct de kamer uit. Mijn oma woont bijna honderd jaar geleden in een eenvoudig Brabants dorp. Meisjes, jonge vrouwen, kloppen aan haar deur en vragen om hulp. Zwanger en wat nu? Mijn oma verzint van alles. Soms blijven de meisjes bij haar in huis tot na de bevalling. Soms gaan de meisjes naar een naburig klooster. Soms komt het goed met de familie. Wanneer alles gezegd is en er slechts stilte overblijft, wordt een postkaart gestuurd naar de Engeltjesmaakster. Die moet uit Rotterdam komen en blijft dan een paar dagen. Illegale abortus. Dat is allemaal geschiedenis. Dat bestaat nu niet meer. Veertig jaar geleden. Alle dorpen zijn hetzelfde. We staan op een lange weg. Aan beide kanten van de weg staan boerderijen en kleine huisjes. De opoe van mijn vriend lacht ons uit. Zij weet het allemaal van iedereen. Achter elk huis en huisje liggen ze. Te vroeg geboren kinderen. Ongewenste kinderen. Daar wordt niet gesproken, maar het wordt wel geweten. Dat is allemaal lang geleden. Dat bestaat nu niet meer. Vorig jaar. Mijn dorpsvrienden vertellen over de dag van nu. De politie was in de straat. Een wanhopige vrouw, net zo oud als wij, heeft minstens drie pasgeboren kinderen in de koude grond begraven.
Het is helemaal niet lang geleden. Het bestaat nu nog steeds. Verdriet, wanhoop, pijn, geen toekomst. Meisjes van twaalf, dertien jaar, onveilig in deze harde wereld, waar moeten ze naar toe? Teenagers met een dikke buik, die denken dat ze het allemaal weten, staan met lege handen. Jonge vrouwen ervaren slechts gesloten deuren. De tijd verandert niet. Zij worden steeds door dat draaiende wiel ingehaald. Jonggeboren mensen verdienen hulp, een open deur, een warm welkom. Gelukkig, een huis in Dordrecht waar baby’s mogen zijn. Vrouwen die hun hulp aanbieden aan andere vrouwen. Vrouwen die zich verantwoordelijk voelen voor de mens, die nog geen hulp kan vragen, maar wel nodig heeft.
Bert van de Water.
(Foto: Thymen Stolk)