DORDRECHT – Bestuursvoorzitter Peter van der Meer van het Albert Schweitzer ziekenhuis heeft donderdagavond symbolisch de locatie Amstelwijck (voorheen Refaja) op slot gedraaid. Hij deed dat samen met Alex van der Meer (toevallig een naamgenoot), de laatste baby die zestien jaar geleden in dit ziekenhuis in Wielwijk werd geboren. (Foto’s: ASZ)

Het was het sluitstuk van een grootse reünie van verpleegkundigen, artsen en andere medewerkers van het Refaja. Er konden 750 mensen bij het afscheid worden toegelaten en toen nog moesten er belangstellenden worden teleurgesteld. “De geest en het karakter van Refaja leven nog even sterk als voorheen”, zei Van der Meer in zijn speech. “Het is een instituut, een fenomeen, diep verankerd in de gemeenschap van Dordrecht en de Drechtsteden.”

In de jaren 70 en 80 was dit ziekenhuis een hechte, protestants-christelijke gemeenschap met een sterke identiteit en achterban. Van der Meer: “Er heersten discipline en ontzag, maar toch kon dat wonderwel samengaan met vrolijke uitspattingen en de nodige feestjes op z’n tijd. Velen van u, ook veel zorgverleners die nu nog steeds werken bij het Albert Schweitzer ziekenhuis, zijn door die mix, door die unieke cultuur, gevormd. Wat zij hier geleerd hebben, werkt nog altijd door in de manier waarop zij nu hun werk doen voor onze patiënten. Dat gaat niet verloren.”

Later verwaterde het Refaja-karakter enigszins als gevolg van ziekenhuisfusies. In de jaren 90 werd Refaja het Drechtstedenziekenhuis na de fusie met Jacobus Zwijndrecht; daarna gingen het Drechtsteden en het Merwede samen met Sliedrecht op in het Albert Schweitzer ziekenhuis. Deze organisatie werkt al vele jaren toe naar één locatie in Dordrecht, namelijk Dordwijk. “Binnen deze stad, op zo korte afstand van elkaar, hadden op termijn nooit twee ziekenhuizen overeind kunnen blijven”, aldus Van der Meer. “Als ik nu kijk naar de kwaliteit, het niveau en de samenhang binnen het Albert Schweitzer ziekenhuis en binnen de regio, heb ik de overtuiging dat inwoners van de Drechtsteden echt tevreden kunnen zijn met hun zorgvoorzieningen, al voel ik rondom het verloren gaan van Refaja toch nog wel teleurstelling en die begrijp ik ook.”

Het regende gekke anekdotes en emotionele verhalen op de sluitingsavond. Een cabaretgroep van verpleegkundigen haalde herinneringen op. Columnist Kees Thies droeg voor uit zijn eigen Refaja-verleden. “Ik heb fijne herinneringen aan veel mensen die hier werkten. Mijn eerste vriendinnetje woonde in de zusterflat. Ik moet bekennen dat ik wel eens ben blijven slapen.” En om de iconische hoofdzuster Dicky te groeten, moesten haar oud-leerlingen en medezusters wel tien minuten in de rij staan.

Overigens blijven twee afdelingen van het ziekenhuis ook ná de sluiting nog heel even actief op deze plek, omdat op Dordwijk de huisvesting nog niet gereed is. Het gaat om een klein deel van de Oogpoli en het Regionaal Bekkenbodem Centrum. Deze afdelingen functioneren in een gebouw waar verder geen voorzieningen meer zijn, zelfs geen receptie, maar volgens het Albert Schweitzer ziekenhuis is de veiligheid gewaarborgd. Voordeel voor patiënten is dat het parkeren er gratis is. Deze situatie duurt tot uiterlijk aan de zomer van 2017.