DORDRECHT – Wie 112 belt voor een medisch noodgeval, heeft niet altijd een ambulance nodig. Soms is bijvoorbeeld de huisarts een betere optie, of de acute thuiszorg, of de geestelijke gezondheidszorg. De regionale ambulancemeldkamer werkt vanaf volgende week met een extra tool. Die kan patiënten in niet-spoedeisende situaties nog preciezer koppelen aan een andere, beter passende zorgverlener. Het kan onnodige ambulanceritten voorkomen.
“Het is uiteraard beter voor de patiënt als hij of zij in één keer de juiste hulp krijgt”, vertelt verpleegkundig specialist Peter de Kruijter van de ambulancemeldkamer Zuid-Holland Zuid. “Hiermee vermijden we e-xtra doorverwijzingen, onnodig wachten en meerdere keren je verhaal moeten vertellen. Tegelijk is het belangrijk voor álle inwoners dat ambulances beschikbaar zijn wanneer elke seconde telt. Ambulances zijn kostbaar en schaars en hard nodig bij echte noodgevallen.”
De ambulanceregio’s Zuid-Holland Zuid en Rotterdam Rijnmond delen een 112-meldkamer in Rotterdam. Daar gaan zij deze week als eerste meldkamer van Nederland op kleine schaal van start met het digitale systeem ECNS. De afkorting staat voor Emergency Communication Nurse System.
Inschatten
ECNS is een aanvulling op het al veel langer gebruikte internationale systeem ProQA, waarmee verpleegkundig centralisten aan de telefoon vragen stellen en inschatten hoe ernstig de situatie is. De Kruijter: “Als je 112 belt voor een ambulance, is het van belang om heel precies te antwoorden op onze vragen. Die vragen zijn zo opgesteld dat wij bij acute nood zo snel mogelijk de juiste hulp op pad kunnen sturen.”
Het nieuwe onderdeel ECNS komt pas in actie als vaststaat dat er niets levensbedreigend aan de hand is. De Kruijter: “Wij weten in welke situaties een ambulance-inzet achteraf vaak onnodig blijkt. Denk aan een sportletsel, een val in huis of een bloeding die door de patiënt zelf of een omstander kan worden gestelpt. In zulke gevallen kunnen we met ECNS dieper doorvragen. De ambulance gaat voor de zekerheid wél op pad, maar vermoedelijk kunnen we deze met regelmaat terugroepen. De ambulance is dan direct weer beschikbaar. De patiënt wordt verder begeleid naar bijvoorbeeld de huisartsenpost, de spoedeisende hulp of de acute thuiszorg. Soms kunnen we volstaan met instructies voor zelfzorg. Zo blijven ambulances vaker beschikbaar zonder dat we risico’s nemen én de patiënt krijg direct de juiste hulp.”
Afgelopen maand testte de ambulancedienst in haar trainingscentrum hoe proefpersonen (geen werkelijke 112-bellers) reageren op het uitgebreidere vraaggesprek. Zij bleken de vragen veelal te ervaren als nuttige extra aandacht.
Sneller koppelen
ECNS is één manier om een patiënt sneller te koppelen aan de juiste zorgverlener. Maar deze noodzaak speelt breder. “Alle zorginstellingen staan onder druk en allemaal zijn ze gebaat bij zo min mogelijk inzetten en verwijzingen die onnodig zijn.” Dat zegt Lisanne Labee, programmamanager Zorgcoördinatievoorziening Zuid-Holland Zuid. Dit is een samenwerking van alle zorgorganisaties in de regio die een vorm van spoedzorg bieden. Labee: “Voor zorgcoördinatie zijn twee dingen belangrijk. Ten eerste het goed luisteren naar, en analyseren van de hulpvraag, we noemen dat triage. En ten tweede een goed inzicht in de vervolgzorg die andere zorgpartners kunnen bieden en de capaciteit die zij hebben. De komende tijd gaan we tussen zorgorganisaties de processen en werkwijzen steeds beter afstemmen. Er zullen meer praktische initiatieven vanuit de deelnemers komen, vergelijkbaar met wat de Ambulancedienst al met ECNS doet.”
Hoge kwaliteit
Een van de makkelijkste manieren om spoedzorg voor iedereen beschikbaar, betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden, is: geen dingen doen die onnodig zijn. “Dat willen we dus beter gaan herkennen en voorkomen”, aldus Labee. “Samenwerken over de grenzen van je eigen organisatie heen is een voorwaarde. De deelnemers hebben samen een zogeheten transformatieplan ingediend bij de zorgverzekeraars. Als dit na de zomer hopelijk wordt goedgekeurd, komt er geld beschikbaar om zorgcoördinatie in de regio te gaan inrichten.”
In een nog verder gevorderd stadium is het denkbaar dat zorgorganisaties hun triage samenvoegen in één gezamenlijk meldsysteem of callcenter. Ze zouden spoedtelefoontjes dan samen kunnen beoordelen en beslissen voor wie de hulpvraag is. Directeur Hans Janssen van de Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid ziet heil in zo’n toekomstbeeld. In zijn column in deze krant heeft hij dit eerder vergeleken met “een verkeerstoren, waarin een zorgverkeersleiding de juiste zorg op het juiste moment verdeelt.”